dinsdag 30 juni 2009
Onderstroom
Festival te Vlissingen vanaf a.s. woendag t/m zondag: de moeite waard, grotendeels gratis. http://www.onderstroom.info/
( foto opbouw mini theatertje )
prog
( foto opbouw mini theatertje )
prog
maandag 29 juni 2009
tip
Laat nooit je gsm-toestel in je broekzak zitten als je broek in de wasmachine moet!
Het nieuwe gsm-nummer is 0489 552663.
Het nieuwe gsm-nummer is 0489 552663.
zondag 28 juni 2009
donderdag 25 juni 2009
dinsdag 23 juni 2009
maandag 22 juni 2009
3 schermen-project
Verslag van de vergadering (17) bij Sabine en Dan.
Aanwezig: de gastvrouw en -heer, Johan, Piet, de twee Jannen, ondergetekende.
Dan stelt voor om in twee weekends van september, samen vier dagen, een try-out te doen op drie schermen voor een groter project in 2010 met een tiental schermen in de straat.
Dan ontvouwt zijn plannen met behulp van een maquette.
Al vlug rijst de vraag of we collectief de geboden tijdruimte invullen (drie schermen, vier avonden van telkens twee uur - in te vullen met loops), of dat er wordt gekozen voor een programmatie van individuele bijdragen.
Johan bepleit een collectieve benadering en spreekt af met Jan F. om iets in elkaar te steken met diens bhv-project.
De anderen komen tot een consensus: individuele toelevering van materiaal, met Dan als coördinator en programmasamensteller. Piet 'heeft wel wat liggen'; Jan D. heeft super 8-films; Pascal heeft 'ook wel wat'.
Sabine stelt voor om bij de projecties in september naar buiten te komen met de naam 'Goed Gezien', en uiteraard ook met de individuele namen van de bijdragers.
Dan zegt toe om de blog te gebruiken als coördinatiewerktuig. Hij zal deadlines opleggen en de leden aanporren.
Bij deze vraag ik Luc, Sarah en Paul om hun eventuele inbreng toe te lichten.
zaterdag 20 juni 2009
donderdag 18 juni 2009
dinsdag 16 juni 2009
maandag 15 juni 2009
zaterdag 13 juni 2009
1 op 200
Dankzij de verenigde fotobloggers krijgen we bij een bezoek aan de tentoonstelling ‘Trinity’ gratis een korte ontmoeting met fotograaf Carl De Keyzer. Voor zover de bloggers niet aan het fotograferen zijn, stellen ze vragen. De Keyzer antwoordt vriendelijk en genereus. Eén op de tweehonderd foto’s, dat is ongeveer de rato. Storende elementen verwijderen of een lucht wat doordrukken, dat mag, maar voor het overige is gefotoshop uit den boze wanneer aan de (inhoudelijke) essentie van de foto wordt geraakt. Privacy? De fotograaf gebruikt de individuen die voor zijn lens komen als iconen om zijn boodschap kracht bij te zetten. Die boodschap is er altijd eerst. Zo start hij binnenkort een project ‘De Europese kusten’ en de inhoud ligt al vast: de dreiging die uitgaat van een zee waarvan de spiegel binnenkort zal stijgen. De boodschap ligt al min of meer vast, ongeacht wat de fotograaf aan toevallige invullingen te zien zal krijgen. Europa telt vele duizenden kilometers kust en het project zal vier jaar duren. Privacy nog eens: soms gebeurt het wel eens dat een persoon te kennen geeft niet in het beeld te willen. Dan is een panoramische camera wel handig: die fotografeert zo breed dat je helemaal in de hoek van het kader een persoon kunt binnensmokkelen die denkt helemaal buiten de focus te vallen. Er zijn trouwens wel een paar trucs om mensen onverhoeds op de sensor vast te leggen. Doen alsof je langdurig ergens anders naar mikt, en dan plots toch naar het ondertussen in de ooghoek geobserveerde onderwerp zwenken en afdrukken bijvoorbeeld. De formaten (in de drie onderdelen van de tentoonstelling afwijkend) zijn geïnspireerd door de schilderkunst: statieportretten, panorama’s en kabinetten. Verder gaan de vragen over de financiële kant van de zaak, de wereldwijde crisis in de fotografie, ook bij Magnum, de ontmanteling van de persfotografie door bijvoorbeeld journalisten op pad te sturen met een compact toestelletje, enzovoort… Hoe voelt het om als fotograaf in oorlogsgebied te werken? Carl De Keyzer zoekt het gevaar niet op, hij is vooral geïnteresseerd in de plek waar het onheil is voorbijgekomen. Gewonden of doden zal hij nooit in beeld brengen. Dat moet wel gebeuren, voor de sensibilisering, maar hij laat het liever aan andere fotografen over. Hij gaat over het algemeen zeer discreet, terughoudend te werk. Hij krijgt de eigenschap toegedicht ‘onzichtbaar’ te zijn: mensen merken zelden op dat hij aan het fotograferen is. De explosie van het aantal fotografen? Geen probleem! Het aantal goede jonge fotografen stijgt, en over het algemeen geldt: hoe meer zielen hoe meer vreugd.
*
Nog veel meer in het interview van Jan Desloover met Carl De Keyzer uit De Standaard van 13 juni 2009
De tentoonstelling nog tot 30 augustus in het SMAK
Alle foto's van Trinity kunnen in betere omstandigheden (geen reflectie!, geen voor uw neus passerende tentoonstellingsbezoekers!) worden bekeken in het boek, en zelfs op de website van Carl De Keyzer
vrijdag 12 juni 2009
dinsdag 9 juni 2009
video-project
Voorstel voor een samenkomst ivm het video-project: volgende week donderdag (18 juni) om 19u30. De vergadering kan bij mij doorgaan maar uiteraard mag iemand altijd een minder 'afgelegen' locatie voorstellen. Graag vlug een reaktie! Een alternatieve datum kan maandag 22 juni zijn en dan zou het moeten 'zomeren'...
zaterdag 6 juni 2009
tip
Transphotographiques, groot photo event in Rijsel. Vooral veel fotografen uit Centraal Europa. De moeite.
woensdag 3 juni 2009
De Meibijeenkomst die geen doorgang vond....
De zaterdageditie van de normaal gesproken tweede-donderdag-van-de-maandse bijeenkomst van Goed Gezien kon plaats vinden in Knokke tijdens het Fotofestival, daar slechts twee van de geregistreerde leden zich konden ontworstelen aan verplichtingen van ander aard, noem het werk, vakantie, goesting of gewoon bbhh's werd het dus een ontmoeting met twee. Neemt niet weg dat het met twee aangenaam babbelen, koffiedrinken, beeldkritisch annex lovend fotoos bekijken is. De Beelden van de World Press Photo dringen diep door maar vermoeien zeer vanwege de wereldellende die deze competitie nodig heeft om tot een winnaar te komen. Roger Cremers’ Auschwitz Tourisme reeks is onze logische druppel, op naar eerst een versnapering en een volgende locatie, de Watertoren. De Watertoren, of althans het pompgebouw/martelkamer dat iets verderop op een historische wijze schoon staat te zijn, blijkt voldoende gevuld met niet alledaags materiaal. De metershoog geprojecteerde Loop ( close-ups uit La Passion de Jeanne "d'Arc 1929, duur 12 uur ) dwingen tot stilstaan en bewonderen, wachtend tot de traan die balanceert op de rand van het ooglid het doek afrolt…..twaalf uur is te lang en waar begint de Loop weer, voor je het weet sta je daar dertien uur zonder het zelf te weten ( ! ) . Op naar de volgende verwondering, een wandtapijt duister, donker en eveneens meters hoog en breed, The Tree at the Edge of the World waarna de stap naar het vervolgens tentoongestelde werk iets kleiner wordt, een duister grijze rechthoek met naar het lijkt wat stof dat kleeft op het oppervlak. Het lijkt alsof de maker een beeld laat zien waar niets te zien is dan stof tot nadenken. De (ontruimde maar verder in takt gelaten) pompruimte van de watertoren beklemt ons beiden, het voelt, oogt en benauwt als een martelkamer van welke je leest in krantenartikels uit Oostenrijk of zelfs hier in België of ziet in films waarbij de kriebels over de ruggengraat kruipen. De kettingen nog aan het plafond, de kale elektriekdraad ernaast, de klemmen aan de muur, wanneer je ogen zo geconcentreerd zijn door al het kritische annex lovende kijken zie je veel en slaat de fantasie gemakkelijk op hol. De getoonde beelden op beeldschermen kunnen ons niet overtuigen, maar het geheel van de ruimte maakt alles goed. Op de deur naar ruimte drie bemerken we een bewijs van ware bananenliefde, een zestigtal, veelal verschillende (typisch voor bananen gemaakte) stickertjes sieren het deurpaneel, de pompbediende/beul moet een liefhebber zijn geweest, het is een signaal van authenticiteit die heerst in het gehele gebouw en zeer goed past, ook de roestige sleutel naast een vreemd opgesomde lijst met data, geviltstift midden op een kale muur werkt mee, goed gedaan door niets te doen. We besluiten dan ook dat door het gebouw niet of nauwelijks aan te passen de bezoeker min of meer gedwongen wordt het getoonde materiaal op een andere manier te bekijken, waar overvloed en stroomlijn in een “gladde” expositieruimte de beschouwer verleidt sneller te consumeren, stroopt deze hindernisbaan het tempo, goed zo!
dinsdag 2 juni 2009
video-project
Tijdens de vergadering van 23 april werden we door Dan uitgenodigd om mee te werken aan een video-project. Het lijkt me een hele uitdaging. Voor velen onder ons is juni waarschijnlijk een erg drukke periode. Zou het echter toch niet aangewezen zijn om de geïnteresseerden onder ons een keer te laten samenkomen ivm dit project en hierover van gedachten te wisselen - vóór de vakantieperiode van start gaat? Daarom zou ik een mini-vergadering willen voorstellen. (Het project lijkt me trouwens ook een gelegenheid om iets spannend met 'het woord' te doen.) Kunnen we ergens een 'gaatje' vinden?
maandag 1 juni 2009
robert frank
Ik ben nu een paar dagen met Robert Frank bezig geweest: het boek Moving Out, foto’s en films (zowel documentaires over Frank als films van Frank) op het internet… Zelden heb ik mij door een kunstenaar die ik voorheen niet kende zo aangesproken gevoeld.
Ik had wel al gehoord van het boek The Americans. Maar het was vorige maand, in Tate Modern in Londen, dat ik voor het eerst heel dicht bij enkele werken van Frank kwam te staan. Ik herinner mij contactafdrukken, en door hoeveel ‘mislukte’ shots die ene, met rood potlood omkaderde ‘treffer’ werd uitverkoren. Ik nam mij voor meer over Frank aan de weet te komen.
Dan zag ik Moving Out in De Slegte liggen. Ik vond € 32 wat veel, dus liet ik het boek staan. Enkele dagen later trof ik het aan, zonder het te zoeken, in de stadsbibliotheek. Ik nam het mee, begon het eerste essay erin te lezen (er staan meer dan honderd bladzijden tekst in het boek) en was meteen verkocht. In die mate dat ik mij dan toch het boek aanschafte.
Robert Frank is een fascinerende kunstenaar – veel meer ‘dan alleen’ maar een fotograaf. Hij begon heel conventioneel, in Zwitserland, met een Rolleiflex – hetgeen vaak leidde tot perspectieven van onderuit. Vierkante afdrukken, toch al wat innoverend in de kadrering en de onverwachte accenten. In de Verenigde Staten ontmoet hij de juiste mensen op het juiste ogenblik. Avant-garde. Beat. Zijn documentaire over Amerika is baanbrekend. Frank toont de blik van de buitenstaander op een land waar niet alles zo fraai is: segregatie, consumentisme (de Wurlitzer als baken, licht- en klankgevende afgod en troost), grauwe industrialisering. Scheve perspectieven, dynamiek, onscherpte. Poignante beelden. De perfectie in de afwerking is soms ver te zoeken. Een reeks gemaakt vanuit de bus in New York City. Voorbijflitsende personages, mannen die in tegenlicht de straat oversteken. Het is duidelijk dat Frank steeds minder vrede neemt met het stilstaande beeld – de ontwikkeling naar film is logisch. De overgang van het documentaire (the outside) naar het autobiografische (the inside) is dat minder. Complex – maar the inside kun je maar benaderen door the outside te tonen, en die is altijd aan verandering onderhevig.
Dit is een authentiek kunstenaarschap; Frank herbegint altijd, aarzelt niet om al wat voorafging te vernietigen als dat nodig is. Het is aangrijpend, verwarrend, verbijsterend. Op YouTube vind ik Pull My Daisy, een film uit de jaren zestig. Het teken van die tijd. Enkele dichters (Ginsberg, Kerouac…) improviseren er op los. De camera zwenkt zenuwachtig heen en weer. Povere belichting. Een latere videoclip voor Patti Smith is dan toch al interessanter. De clip ‘Run’ voor New Order lijkt mij weinig geïnspireerd.
Ondertussen gaat het Frank niet voor de wind. Relatieproblemen, dochter verongelukt, zoon zelfmoord. Er staat allicht ook veel niet in de monografie. Vele jaren opmerkelijk onproductief. Afzondering in een strandcabine op Nova Scotia. Drugs? Drank? De filmprojecten – eerst Super 8, dan video – worden achterwege gelaten. Frank begint weer met foto’s te werken. Maar veeleer dan foto’s maakt hij installaties met foto’s. Hij assembleert aangrijpende montages waarin hij zijn verdriet verwerkt. Op een spiegel staat met uitgelopen letters: ‘Sick of goodby’s’. We zien ook een hand die een knekelpoppetje doet dansen. Op het net vind ik een commentaar van, jawel, Lou Reed op deze foto.
Frank lijkt alle mogelijkheden te onderzoeken hoe hij woord en beeld kan combineren: in het vroege werk maakt hij foto’s van woorden die er al stonden (op affiches, in het straatbeeld), later schrijft hij de woorden die hij dan fotografeert, maakt hij onder- of overschriften, krast hij de woorden in de negatieven. In de jaren negentig spijkert hij een stapel oude afdrukken van foto’s waar menig collectioneur natte dromen van heeft op een stuk wrakhout. Weg met het verleden. Frank dooft uit. Ik weet niet wat er na het boek (1994) van hem is geworden. Ik vind nog een recent interview met hem op het net:
‘We smoked a cigarette and said nothing. There was no more to ask, which was good. He had no more to say. Then this occurred to me: “Do you carry any photographs in your wallet?”, I asked. “One maybe.”
He removed his billfold from his back pocket, flipped through some receipts and a medical-insurance card. There it was. The only picture the master carried was a business-card photograph of Niagara Falls with block lettering underneath it that read, NIAGARA FALLS, in case its holder should forget what it was he was looking at.
“It must be very beautiful, very romantic,” he said somewhat hopefully. As it turned out, Robert Frank had never been to Niagara Falls. “Is it? Romantic?”
“Yes, quite romantic,” I lied. Let the old man be happy.
Ik had wel al gehoord van het boek The Americans. Maar het was vorige maand, in Tate Modern in Londen, dat ik voor het eerst heel dicht bij enkele werken van Frank kwam te staan. Ik herinner mij contactafdrukken, en door hoeveel ‘mislukte’ shots die ene, met rood potlood omkaderde ‘treffer’ werd uitverkoren. Ik nam mij voor meer over Frank aan de weet te komen.
Dan zag ik Moving Out in De Slegte liggen. Ik vond € 32 wat veel, dus liet ik het boek staan. Enkele dagen later trof ik het aan, zonder het te zoeken, in de stadsbibliotheek. Ik nam het mee, begon het eerste essay erin te lezen (er staan meer dan honderd bladzijden tekst in het boek) en was meteen verkocht. In die mate dat ik mij dan toch het boek aanschafte.
Robert Frank is een fascinerende kunstenaar – veel meer ‘dan alleen’ maar een fotograaf. Hij begon heel conventioneel, in Zwitserland, met een Rolleiflex – hetgeen vaak leidde tot perspectieven van onderuit. Vierkante afdrukken, toch al wat innoverend in de kadrering en de onverwachte accenten. In de Verenigde Staten ontmoet hij de juiste mensen op het juiste ogenblik. Avant-garde. Beat. Zijn documentaire over Amerika is baanbrekend. Frank toont de blik van de buitenstaander op een land waar niet alles zo fraai is: segregatie, consumentisme (de Wurlitzer als baken, licht- en klankgevende afgod en troost), grauwe industrialisering. Scheve perspectieven, dynamiek, onscherpte. Poignante beelden. De perfectie in de afwerking is soms ver te zoeken. Een reeks gemaakt vanuit de bus in New York City. Voorbijflitsende personages, mannen die in tegenlicht de straat oversteken. Het is duidelijk dat Frank steeds minder vrede neemt met het stilstaande beeld – de ontwikkeling naar film is logisch. De overgang van het documentaire (the outside) naar het autobiografische (the inside) is dat minder. Complex – maar the inside kun je maar benaderen door the outside te tonen, en die is altijd aan verandering onderhevig.
Dit is een authentiek kunstenaarschap; Frank herbegint altijd, aarzelt niet om al wat voorafging te vernietigen als dat nodig is. Het is aangrijpend, verwarrend, verbijsterend. Op YouTube vind ik Pull My Daisy, een film uit de jaren zestig. Het teken van die tijd. Enkele dichters (Ginsberg, Kerouac…) improviseren er op los. De camera zwenkt zenuwachtig heen en weer. Povere belichting. Een latere videoclip voor Patti Smith is dan toch al interessanter. De clip ‘Run’ voor New Order lijkt mij weinig geïnspireerd.
Ondertussen gaat het Frank niet voor de wind. Relatieproblemen, dochter verongelukt, zoon zelfmoord. Er staat allicht ook veel niet in de monografie. Vele jaren opmerkelijk onproductief. Afzondering in een strandcabine op Nova Scotia. Drugs? Drank? De filmprojecten – eerst Super 8, dan video – worden achterwege gelaten. Frank begint weer met foto’s te werken. Maar veeleer dan foto’s maakt hij installaties met foto’s. Hij assembleert aangrijpende montages waarin hij zijn verdriet verwerkt. Op een spiegel staat met uitgelopen letters: ‘Sick of goodby’s’. We zien ook een hand die een knekelpoppetje doet dansen. Op het net vind ik een commentaar van, jawel, Lou Reed op deze foto.
Frank lijkt alle mogelijkheden te onderzoeken hoe hij woord en beeld kan combineren: in het vroege werk maakt hij foto’s van woorden die er al stonden (op affiches, in het straatbeeld), later schrijft hij de woorden die hij dan fotografeert, maakt hij onder- of overschriften, krast hij de woorden in de negatieven. In de jaren negentig spijkert hij een stapel oude afdrukken van foto’s waar menig collectioneur natte dromen van heeft op een stuk wrakhout. Weg met het verleden. Frank dooft uit. Ik weet niet wat er na het boek (1994) van hem is geworden. Ik vind nog een recent interview met hem op het net:
‘We smoked a cigarette and said nothing. There was no more to ask, which was good. He had no more to say. Then this occurred to me: “Do you carry any photographs in your wallet?”, I asked. “One maybe.”
He removed his billfold from his back pocket, flipped through some receipts and a medical-insurance card. There it was. The only picture the master carried was a business-card photograph of Niagara Falls with block lettering underneath it that read, NIAGARA FALLS, in case its holder should forget what it was he was looking at.
“It must be very beautiful, very romantic,” he said somewhat hopefully. As it turned out, Robert Frank had never been to Niagara Falls. “Is it? Romantic?”
“Yes, quite romantic,” I lied. Let the old man be happy.
Abonneren op:
Posts (Atom)