dinsdag 1 maart 2011

suspicious landscapes: tekstfragment

De hond zwom vooruit, met een dwaas-gewichtig air; de veulens, ernstig knikkebollend, slingerden zich tot aan hun hals door het water voort: zonlicht sprankelde op het kalme water dat verder stroomafwaarts waar de rivier zich versmalde in woedende golfjes uiteenbrak die vlak langs de oever tegen zwarte rotsen wervelden en kolkten, wat een effect van woestheid, haast van stroomversnellingen gaf; laag boven hun hoofd manoeuvreerde een extatisch weerlicht van vreemde vogels, zich met ongelooflijke snelheid uitlevend in loopings en andere vliegenierstoeren, luchtacrobatiek als van pasgeboren libellen. De andere kant van de rivier was dichtbebost. Achter de zacht glooiende oever, iets ter linkerzijde van wat kennelijk de spelonkachtige toegang tot het vervolg van hun weggetje vormde, stond een pulquería, boven haar twee houten klapdeuren (die van een afstandje wel iets weg hadden van de reusachtig vergrote chevrons van een Amerikaanse sergeant) versierd met vrolijk gekleurde wapperende linten. Pulques Finos, stond in verbleekte blauwe letters op de oesterwitte lemen muur: La Sepultura. Een lugubere naam: maar ongetwijfeld had hij een humoristische bijbetekenis. Een indiaan zat met zijn rug tegen de muur en zijn brede hoed half over zijn gezicht buiten uit te rusten in het zonnetje. Zijn paard, of een paard, was vlak bij hem aan een boom gebonden en Hugh kon vanuit het midden van de rivier het getal zeven zien dat in zijn bil was gebrand. Op de boom was een reclame voor de plaatselijke bioscoop geplakt: Las Manos de Orlac con Peter Lorre. Op het dak van de pulquería draaide een speelgoedmolentje, van het soort dat men wel zag op Cade Cod, Massachusetts, rusteloos in de bries.

Malcolm Lowry, Onder de vulkaan, 126-127

2 opmerkingen:

LUC RABAEY zei

is het 'n andere tekst geworden, Pascal? geen probleem hoor.

pascal zei

ja, Luc, ik was de vorige die ik je stuurde kwijt...