In Vlissingen, waar Piet woont, wordt een tentoonstelling gehouden over boksen en boksers.
Paul van Goedgezien is in zijn negende maand van een fotoboek over boksen en boksers. Die twee feiten hebben geleid tot TOENADERING tussen West en Zeeuws Vlamingen.
Het is een mooie dag, wat fris voor de tijd van het jaar, als zeven (6) leden van GOEDGEZIEN mekaar treffen aan het Visartplein in Brugge om Piet te treffen in Vlissingen.
Heerlijk om weer eens de overzet te nemen naar Vlissingen waarop een blitse, zij het oudere wielerploeg ons voorziet van didactisch beeldvoer voor de reeks ,menselijke speciën anno 2008’.
Er moet wat zijn met die zeeuwse lucht. Nog geen tien minuten na de uitgelaten ontvangst door Piet en de wandeling langs sluis en dijk, borrelen de woordspelingen spontaan op uit aller kelen. Luc meent een zeehond te hebben gezien en ja hoor, daar loopt een hond meer in zee dan er buiten. De grenzen tussen het predicaat ‘zeehond’ en ‘landhond’ worden hier pas vastgelegd. Ook de arme schapen moeten eraan geloven. De dieren worden niet alleen slachtoffer van Lucs immere beeldzucht, ze worden ook nog eens tot landschaap vermalen in de bittere woordspelconcurrentie die intussen ontbrand is.
Gelukkig bedaart de strijd en krijgen de gladiatoren een bolus toegestopt. Na enig schichtig gesnuffel wordt deze zeeuwse caloriebom verorberd. Piet had er zeven voorzien, van die bommen, maar de intussen legendarische zevende man blonk door afwezigheid. Bleef er dus één bom over, en stiekem werd die vanuit ooghoekwit kwijlend opgeëist om tenlotte verscheurd te worden waarmee meteen de zweem van de zevende man verdwenen was.
Wat volgt is minder bloedig. Het gezelschap trekt weer zijn mensenkleren aan en gaan over tot de orde van de dag: wie heeft Pascals artikel gelezen uit de poëziekrant en dat handelde over de tentoonsteling in Watou deze zomer? Gemurmel. Ja , stukken, helemaal op de blog.
De discussie over de zinvolheid van een inleidende gidstoer op een evenement als Watou komt op gang. Als je mensen vertelt over een kunstwerk kan je niet om enige ‘spoorvorming’ heen. Het beeld dat de gegidste toeschouwer van een creatie krijgt zal onvermijdelijk gekleurd worden door wat de gids vertelt. Is het niet beter deze niet ter zake doende ‘objectiviteit ‘ over een bepaald kunstwerk te weren en nadien in communicatie te gaan met de toeschouwer? Is het mogelijk, zelfs wenselijk om door aan attitudevorming te doen de toeschouwer een platvorm te geven van waarop hij kan kijken? Wat met de velen die blokkeren op de verschillende verschijningsvormen van Hedendaagse Kunst?
Luc had ook nog een brandende vraag. Kan het betrekken van een kunstwerk in een foto een meerwaarde betekenen voor het kunstwerk? Een aantal voorbeelden tonen het spanningsveld dat ontstaat als kunstwerken betrokken worden in een fotografisch beeld (oa meisje dat staat te kijken naar enkele afgebrande miniatuurdennenbomen, een kunstwerk , naar blijkt.) De verschillende mogelijkheden worden onder de loupe genomen en een beduidende conclusie wordt niet gevonden. Elke foto moet op zichzelf bekeken worden en eenduidige regel of norm om de zaken te benaderen is misschien niet te wensen.
Het huiswerk. Vakantiekiekjes. Er wordt stroootje getrokken en Pascal bijt de spits af met een weloverwogen en inspirerende benadering van een foto die hij onderweg genomen heeft. Op de foto zien we een groepje jongeren die heel ontspannen naar de fotograaf staan te kijken. Op de achtergrond is een veldfeest aan de gang. Het geheel heeft iets Felliniaans, zeker met een half opgestelde carrousel die het plaatje afmaakt. Ook de tekst is bij elke fotograaf herkenbaar. De gene, het aftasten van grenzen, het voorzichtig voortschrijden in een complexe situatie wordt opgehangen aan het beeld langs de weg.
Sarah focust op de teksten die mensen op postkaarten schrijven. In die korte teksten, in soms euforische of beknelde situaties geschreven zijn, tonen ons de glimp van een groot verhaal. Elk van de (verzonnen, ware?) tekstjes trigert in enkele lijnen verleden en toekomst van de schrijver of schrijfster bij de luisteraar. In schier haiku stijl gaat de wereld open bij de teksten.
Jan op zijn beurt toont ons enkele pareltjes van fotografie, vakantiekiekgewijs verscholen in een massa andere vakantiebeelden. Voor elk wat wils, want het hele pak gaat door ieders handen.
Piet schetst ons een beeld van de ontmoeting met een fotografe op een van zijn mototochten en doet dat met zoveel passie dat we er bijna blindelings enkele werken van kopen.
Paul werpt de achtergeblevenen zijn foto’s van zijn solomototocht naar Portugal voor de voeten en laat dezen jaloers achter. Voor zoveel secuur verbeelde avonturen buigen wij het hoofd.
Tijd nu voor de eigenlijke beweegreden op in Zeeland te zijn,nl den boks. Met z’n allen struinen we door de banlieus van Middelburg richting cultuurcentrum alwaar de langverbeide tentoonstelling ons wacht. En die is heel minimalistisch opgevat. Een bank met bokszak, enkele voor-na foto’s en voor mijn part was dat het. Piet kan het ook niet helpen. Nog wat rondsnuffelen in het gebouw en we gaan bij Piet thuis een lekkere Leffe nuttigen en nog wat nalachen en de windwandeling brengt ons terug naar boot en auto.
Toch een mooie dag geweest, en dit zeg ik zonder met woorden te spelen.
Johan R
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
mooi verslag... maaarrr het is Vlissingen en niet Middelburg ( de hemel zij dank ) waar ik woon èn Vlissingen ligt niet in Zeeuws Vlaanderen ( was dat maar waar )maat op het ( bijna/schier ) eiland Walcheren.
nav "Met z’n allen struinen we door de banlieus van Middelburg richting "
Een reactie posten