W.G. Sebald is mijn favoriete auteur en voor de creatieve mogelijkheden die besloten liggen in de relatie tussen woord en beeld heb ik een zwak.
Gegeven die twee – euh – gegevenheden, ben ik wat blij Vertigo te hebben ontdekt. De auteur van deze blog houdt zich uitsluitend bezig met Sebald en, in de geest van Sebald, met fictie waarin gebruik wordt gemaakt van beelden. Zoals trouwens Sebald zelf deed.
vrijdag 30 januari 2009
donderdag 29 januari 2009
connections (1)
We starten het CONNECTIONS project dus op. We hebben tot 12 maart de tijd om de stok door te geven - zodat iedereen aan de beurt komt - tot die terug bij mij komt. Bij wijze van aankondiging zet ik mijn aanzet op de blog. Aan de volgende - zie lijst - om er iets mee te doen en het aan de volgende door te geven. We spreken af dat we onze interpretatieve bijdragen niet op de blog plaatsen maar doormailen - voor de adressen, zie rechterkolom blog -. Op 12 maart krijgen we dan het vervolgverhaal met de verrassende wendingen te zien en/of te horen. We hebben ongeveer 40 dagen om de cirkel rond te maken, wat betekent dat elkeen binnen de 3 dagen na ontvangst zijn bijdrage doormailt naar de volgende op de lijst.
OPGELET! OM EEN IDEE TE HEBBEN VAN DE VOORTGANG ZOU IK VOORSTELLEN DAT IEDEREEN TOCH OP DE BLOG MELDT WANNEER HIJ/ZIJ DE STOK HEEFT DOORGEGEVEN!
Hieronder dus de aanzet. Het is een fragment uit de danstheatervoorstelling Cafe Muller van choreografe Pina Bausch. Ik maakte in de late jaren '70 kennis met de toen vernieuwende vorm van 'ballet' en ik herinner mij nog zeer goed met welke zeer uiteenlopende gevoelens ik naar de volledige voorstelling op televisie keek op de vpro, dit n.a.v. het zgn. Holland Festival.
Ik geef door aan Sarah omdat ik ervan overtuigd ben dat zij er iets moois mee zal doen. Asjeblief, Sarah.
Hierbij dus de volledige vervolglijst - die overigens op Sarah na het gevolg is van mijn onschuldige hand -. Sabine en Dan, ik plaats jullie achteraan, omdat we wel verwachten dat jullie in de toekomst verder meedoen met Goed Gezien, maar we dat nu nog niet kunnen bevestigen.
Luc-Sarah-Jan F.-Paul-Piet-Pascal-Bruno-Jan D.-Johan-Dan-Sabine-Luc
OPGELET! OM EEN IDEE TE HEBBEN VAN DE VOORTGANG ZOU IK VOORSTELLEN DAT IEDEREEN TOCH OP DE BLOG MELDT WANNEER HIJ/ZIJ DE STOK HEEFT DOORGEGEVEN!
Hieronder dus de aanzet. Het is een fragment uit de danstheatervoorstelling Cafe Muller van choreografe Pina Bausch. Ik maakte in de late jaren '70 kennis met de toen vernieuwende vorm van 'ballet' en ik herinner mij nog zeer goed met welke zeer uiteenlopende gevoelens ik naar de volledige voorstelling op televisie keek op de vpro, dit n.a.v. het zgn. Holland Festival.
Ik geef door aan Sarah omdat ik ervan overtuigd ben dat zij er iets moois mee zal doen. Asjeblief, Sarah.
Hierbij dus de volledige vervolglijst - die overigens op Sarah na het gevolg is van mijn onschuldige hand -. Sabine en Dan, ik plaats jullie achteraan, omdat we wel verwachten dat jullie in de toekomst verder meedoen met Goed Gezien, maar we dat nu nog niet kunnen bevestigen.
Luc-Sarah-Jan F.-Paul-Piet-Pascal-Bruno-Jan D.-Johan-Dan-Sabine-Luc
dinsdag 27 januari 2009
maandag 26 januari 2009
zondag 25 januari 2009
voorstel
Ik was al 'n keer bij 'n opname van het Canvas programma LUX én ik hoorde vanmorgen Marc Didden op de radio. Het concept van beider programma's inspireerde me tot het uitwerken van een voorstel voor één van de volgende bijeenkomsten.
Wat is nu de formule van het voorstel? We dragen allen bij tot een verrassende opeenvolging van bijdragen. Iemand werkt een bijdrage uit en geeft deze per e-mail door aan iemand anders, waardoor deze zich laat inspireren voor zijn bijdrage. Waarna hij/zij zijn bijdrage doorgeeft aan een volgend clublid. De bijdrage kan om het even wat zijn: een fragment uit een boek, krant, film, tv-programma, een foto, een toneelvoorstelling, een fotograaf, een beeldend kunstenaar, een liedjestekst, een genre, een tijdstip, een locatie, ed. We interpreteren onze bijdragen uiteraard, je geeft maw aan waarom je iets gekozen hebt en waarom het relevant is, resp. hoe je bijdrage zich verhoudt tot de ontvangen bijdrage, ed. Op deze manier komen we tot een aaneenschakeling van boeiende ideeën, vraagstellingen, observaties, standpunten, etc.
De voorbereiding verhoogt de kans dat de uitgewerkte bijdragen kwaliteitsvol, desgewenst doortastend zijn én - gezien je alleen je eigen bijdrage en die van je 'doorgever' kent - wordt het ook een verrassende avond.
IK STEL VOOR DAT WE HET ALVAST PROBEREN TEGEN DE BIJEENKOMST VAN MAART.
GRAAG EEN SNELLE REACTIE VAN IEDEREEN, IK ZOU ZEGGEN TEGEN OVERMORGEN DINSDAGAVOND TEN LAATSTE, ZODAT IK ALS MAKER VAN HET VOORSTEL MIJN BIJDRAGE NAAR IEMAND KAN DOORSTUREN.
Als iedereen meedoet en iedereen er is betekent dit dat we er misschien 2 bijeenkomsten zullen over doen voor iedereen aan de beurt is geweest. Dan gaan we in april gewoon door, toch?!
NASCHRIFT
Is dit niet een embryonaal format voor Radio 1 of Canvas? Johan?!
Wat is nu de formule van het voorstel? We dragen allen bij tot een verrassende opeenvolging van bijdragen. Iemand werkt een bijdrage uit en geeft deze per e-mail door aan iemand anders, waardoor deze zich laat inspireren voor zijn bijdrage. Waarna hij/zij zijn bijdrage doorgeeft aan een volgend clublid. De bijdrage kan om het even wat zijn: een fragment uit een boek, krant, film, tv-programma, een foto, een toneelvoorstelling, een fotograaf, een beeldend kunstenaar, een liedjestekst, een genre, een tijdstip, een locatie, ed. We interpreteren onze bijdragen uiteraard, je geeft maw aan waarom je iets gekozen hebt en waarom het relevant is, resp. hoe je bijdrage zich verhoudt tot de ontvangen bijdrage, ed. Op deze manier komen we tot een aaneenschakeling van boeiende ideeën, vraagstellingen, observaties, standpunten, etc.
De voorbereiding verhoogt de kans dat de uitgewerkte bijdragen kwaliteitsvol, desgewenst doortastend zijn én - gezien je alleen je eigen bijdrage en die van je 'doorgever' kent - wordt het ook een verrassende avond.
IK STEL VOOR DAT WE HET ALVAST PROBEREN TEGEN DE BIJEENKOMST VAN MAART.
GRAAG EEN SNELLE REACTIE VAN IEDEREEN, IK ZOU ZEGGEN TEGEN OVERMORGEN DINSDAGAVOND TEN LAATSTE, ZODAT IK ALS MAKER VAN HET VOORSTEL MIJN BIJDRAGE NAAR IEMAND KAN DOORSTUREN.
Als iedereen meedoet en iedereen er is betekent dit dat we er misschien 2 bijeenkomsten zullen over doen voor iedereen aan de beurt is geweest. Dan gaan we in april gewoon door, toch?!
NASCHRIFT
Is dit niet een embryonaal format voor Radio 1 of Canvas? Johan?!
zaterdag 24 januari 2009
een uitweg uit het weten
Beste Michaël,
Geachte hoogwaardigheidsbekleders,
Dames en heren,
U bent naar hier gekomen om foto’s te bekijken. U verwacht dat het mooie foto’s zijn.
Of wilt u goede foto’s zien? Sterke foto’s? Interessante foto’s?
De foto’s van Michaël Depestele zijn mooi én goed én sterk. En interessant.
Het zal u niet verbazen dat ik u dat zeg. Maar daar neemt u geen vrede mee. Eigenlijk verwacht u van mij dat ik u zeg waarom deze foto’s goed, mooi, sterk en interessant zijn.
U bent naar hier gekomen met verwachtingen. Niet alleen ten aanzien van de foto’s maar ook ten aanzien van mij want u veronderstelt dat ik u iets over die foto’s zal vertellen. Dat is eigenlijk, als je er goed over nadenkt, vreemd. Het zou niet in u opkomen zoiets van mij te verwachten indien u mij toevallig op straat zou tegenkomen, bijvoorbeeld terwijl wij samen op het groene voetgangerslicht staan te wachten om over te steken.
Hoe komt dat?
Wij bevinden ons hier in een setting. Of noem het een context, een kader. Dat kader roept verwachtingen op. Het is beslist niet de eerste keer dat u naar een vernissage komt, dus u weet wat hier allemaal te gebeuren staat.
Ik zal u niet zeggen wat op de foto’s van Michaël Depestele te zien is. U moet zelf goed kijken. Ik kan u hooguit iets zeggen over die foto’s, en misschien ook over hoe u ze moet, of beter, kunt bekijken.
Michaël Depestele komt voor zijn werk als beroepsfotograaf vaak in vreemde situaties terecht. De krant waarvoor hij werkt wil dat van hem. Hij krijgt daar geld voor. Daarom bezoekt Michaël: een optocht, een wedstrijd, een feest, een plechtigheid, een bijeenkomst, een prijsuitreiking, een vernissage. Ja, laat ons het maar toegeven: ook een vernissage is een vreemde situatie. En op die plaatsen maakt Michaël de foto’s die zijn opdrachtgever van hem verwacht. Die foto’s moeten tonen wat daar gebeurt. Ze moeten duidelijk zijn, eenduidig. En dus zien we: een autowrak, een groepsportret, een man die een menigte toespreekt. Iedereen begrijpt die foto’s.
Dat zijn niet de foto’s die we hier te zien krijgen, maar dat had u al door.
De foto’s die we hier zien, zijn de foto’s die Michaël Depestele naast en in het kader van zijn opdracht voor zichzelf maakt. En eigenlijk ook voor ons, wat zeer genereus is.
Om de foto’s die Michaël Depestele voor zichzelf maakt op die bijzondere gelegenheden en in die vreemde situaties te begrijpen, moeten wij proberen te achterhalen waarin ze verschillen van de foto’s die in de krant komen.
Toevallig kreeg ik, tijdens het schrijven van deze tekst, een versregel onder ogen die het eigenlijk allemaal zegt: ‘Poëzie […] zoekt een uitweg uit het weten.’ Die regel is van Elvis Peeters.
Michaël focust in zijn eigen foto’s niet op waar het in die situaties volgens de krantenlogica om te doen is. Hij brengt iets ánders in beeld. Op een optocht toont hij niet de optocht. Op een missverkiezing toont hij niet de miss. Op een koers toont hij niet de koers. Hij vangt een ándere essentie. Een essentie die niet is te herleiden tot de inhoud, tot hetgeen we kunnen wéten, maar een die gelegen is in de vorm. Michaël Depestele toont ons het kader, de context. En hij probeert daar uit te breken. Poëzie zoekt een uitweg uit het weten.
Laat ons eens kijken wat we zien als we goed kijken.
© Michaël Depestele
U moet er eens op letten op hoeveel foto’s een omheining, een afbakening, een afsluiting te zien is. Dat is, voor mij, het in beeld gebrachte kader.
U moet er eens op letten hoe vaak personen niet volledig in het beeld staan. Ook op die manier brengt Michaël de afgrenzing in beeld.
U moet er eens op letten hoe dikwijls op de foto’s een persoon een deur opent of om een hoekje kijkt en zo het blikveld betreedt of verlaat. Ook op die manier toont Michaël het kader.
Door op die manier, door zijn focus op iets anders te richten en ons iets ánders te laten zien, is Michaël Depestele niet alleen een beroepsfotograaf maar – ik neem een beladen woord in de mond – een kunstenaar.
Hij is dat heus niet alleen omdat hij mooie afdrukken van zijn foto’s inlijst en op bedachtzame wijze accrocheert, of omdat hij een vernissage organiseert waarop hij drankjes laat rondgaan.
Kunstenaar is diegene die erin slaagt om ons de suggestie te schenken van een ándere kijk op de werkelijkheid. Hij leert ons dat onze manier van naar de werkelijkheid te kijken slechts een van de vele mogelijke is. De kunstenaar laat ons geen andere dingen ervaren, hij laat ons zien dat er andere mogelijkheden zijn om de dingen te ervaren dan de mogelijkheden die wij hebben leren te verwachten en die ons worden voorgeschreven. En die leiden niet altijd tot waarheid, dat weet iedereen die al eens heeft nagedacht over de manier waarop hij door de beeldvorming in onze gemediatiseerde wereld wordt gemanipuleerd.
Michaël Depestele toont met zijn opgestelde stoelen, met zijn podiums, met zijn hamburgerkramen en nadarafsluitingen de voorgeschreven ensceneringen.
© Michaël Depestele
Een van de foto’s die wat ik hier probeer te zeggen het duidelijkst laat zien, is deze die Michaël maakte in het stembureau. Op de achtergrond zien we iemand achter het gordijntje in een stemhok zijn stem uitbrengen. Dit is wat de foto voor de krant ons moet tonen. Maar Michaël Depestele toont ons veel meer. Hij toont de hele constructie die de mensen opzetten om het stemmen mogelijk te maken: de hokjes, de stoelen op de voorgrond waarop de wachtende kiezers kunnen plaatsnemen. En dan is er de ordehandhaver die om het hoekje kijkt – en die op die manier benadrukt hoe belangrijk het kader, de context is voor de fotograaf.
De foto’s van Michaël Depestele brengen, zoals dat met sterke foto’s, en met sterke kunst in het algemeen, altijd het geval is, ook de beeldvorming, en dus de fotografie zelf in beeld. Michaël Depestele stelt met andere woorden zijn eigen medium ter discussie.
Om al die redenen is het adjectief ‘mooi’ niet toereikend. Daarom moeten ook ‘goed’ en ‘sterk’ en ‘interessant’ erbij.
Iets is interessant wanneer het u confronteert met uw verwachtingen. Wanneer het alles wat u over iets dacht te weten op de helling plaatst. Wanneer het u de uitweg toont uit het weten.
Als u nu goed hebt geluisterd en hebt ervaren dat wat u hebt gehoord niet beantwoordde aan uw verwachtingen, wel, dan was dit voor u een interessante inleiding. En dat is ze al helemaal als u daardoor nu de foto’s van Michaël Depestele op een ándere manier ziet dan u ze uit uzelf zou hebben gezien. Als ze niet beantwoorden aan uw verwachtingen. Als ze u dus verrassen, uitdagen, confronteren met het feit dat uw verwachtingspatroon altijd ontoereikend is.
Eigenlijk is dat een grote rijkdom.
Ik dank Michaël voor de gelegenheid die hij mij geboden heeft om uw verwachtingspatronen te doorbreken, en voor de generositeit waarmee hij ons helpt een uitweg te zoeken uit ons weten.
Deze tekst werd voorgelezen als inleiding op de fototentoonstelling van Michaël Depestele. Tot 22 februari in CC Ieper Lakenhalen – Foyer, alle dagen van 10 tot 16 u, gratis toegang.
Geachte hoogwaardigheidsbekleders,
Dames en heren,
U bent naar hier gekomen om foto’s te bekijken. U verwacht dat het mooie foto’s zijn.
Of wilt u goede foto’s zien? Sterke foto’s? Interessante foto’s?
De foto’s van Michaël Depestele zijn mooi én goed én sterk. En interessant.
Het zal u niet verbazen dat ik u dat zeg. Maar daar neemt u geen vrede mee. Eigenlijk verwacht u van mij dat ik u zeg waarom deze foto’s goed, mooi, sterk en interessant zijn.
U bent naar hier gekomen met verwachtingen. Niet alleen ten aanzien van de foto’s maar ook ten aanzien van mij want u veronderstelt dat ik u iets over die foto’s zal vertellen. Dat is eigenlijk, als je er goed over nadenkt, vreemd. Het zou niet in u opkomen zoiets van mij te verwachten indien u mij toevallig op straat zou tegenkomen, bijvoorbeeld terwijl wij samen op het groene voetgangerslicht staan te wachten om over te steken.
Hoe komt dat?
Wij bevinden ons hier in een setting. Of noem het een context, een kader. Dat kader roept verwachtingen op. Het is beslist niet de eerste keer dat u naar een vernissage komt, dus u weet wat hier allemaal te gebeuren staat.
Ik zal u niet zeggen wat op de foto’s van Michaël Depestele te zien is. U moet zelf goed kijken. Ik kan u hooguit iets zeggen over die foto’s, en misschien ook over hoe u ze moet, of beter, kunt bekijken.
Michaël Depestele komt voor zijn werk als beroepsfotograaf vaak in vreemde situaties terecht. De krant waarvoor hij werkt wil dat van hem. Hij krijgt daar geld voor. Daarom bezoekt Michaël: een optocht, een wedstrijd, een feest, een plechtigheid, een bijeenkomst, een prijsuitreiking, een vernissage. Ja, laat ons het maar toegeven: ook een vernissage is een vreemde situatie. En op die plaatsen maakt Michaël de foto’s die zijn opdrachtgever van hem verwacht. Die foto’s moeten tonen wat daar gebeurt. Ze moeten duidelijk zijn, eenduidig. En dus zien we: een autowrak, een groepsportret, een man die een menigte toespreekt. Iedereen begrijpt die foto’s.
Dat zijn niet de foto’s die we hier te zien krijgen, maar dat had u al door.
De foto’s die we hier zien, zijn de foto’s die Michaël Depestele naast en in het kader van zijn opdracht voor zichzelf maakt. En eigenlijk ook voor ons, wat zeer genereus is.
Om de foto’s die Michaël Depestele voor zichzelf maakt op die bijzondere gelegenheden en in die vreemde situaties te begrijpen, moeten wij proberen te achterhalen waarin ze verschillen van de foto’s die in de krant komen.
Toevallig kreeg ik, tijdens het schrijven van deze tekst, een versregel onder ogen die het eigenlijk allemaal zegt: ‘Poëzie […] zoekt een uitweg uit het weten.’ Die regel is van Elvis Peeters.
Michaël focust in zijn eigen foto’s niet op waar het in die situaties volgens de krantenlogica om te doen is. Hij brengt iets ánders in beeld. Op een optocht toont hij niet de optocht. Op een missverkiezing toont hij niet de miss. Op een koers toont hij niet de koers. Hij vangt een ándere essentie. Een essentie die niet is te herleiden tot de inhoud, tot hetgeen we kunnen wéten, maar een die gelegen is in de vorm. Michaël Depestele toont ons het kader, de context. En hij probeert daar uit te breken. Poëzie zoekt een uitweg uit het weten.
Laat ons eens kijken wat we zien als we goed kijken.
© Michaël Depestele
U moet er eens op letten op hoeveel foto’s een omheining, een afbakening, een afsluiting te zien is. Dat is, voor mij, het in beeld gebrachte kader.
U moet er eens op letten hoe vaak personen niet volledig in het beeld staan. Ook op die manier brengt Michaël de afgrenzing in beeld.
U moet er eens op letten hoe dikwijls op de foto’s een persoon een deur opent of om een hoekje kijkt en zo het blikveld betreedt of verlaat. Ook op die manier toont Michaël het kader.
Door op die manier, door zijn focus op iets anders te richten en ons iets ánders te laten zien, is Michaël Depestele niet alleen een beroepsfotograaf maar – ik neem een beladen woord in de mond – een kunstenaar.
Hij is dat heus niet alleen omdat hij mooie afdrukken van zijn foto’s inlijst en op bedachtzame wijze accrocheert, of omdat hij een vernissage organiseert waarop hij drankjes laat rondgaan.
Kunstenaar is diegene die erin slaagt om ons de suggestie te schenken van een ándere kijk op de werkelijkheid. Hij leert ons dat onze manier van naar de werkelijkheid te kijken slechts een van de vele mogelijke is. De kunstenaar laat ons geen andere dingen ervaren, hij laat ons zien dat er andere mogelijkheden zijn om de dingen te ervaren dan de mogelijkheden die wij hebben leren te verwachten en die ons worden voorgeschreven. En die leiden niet altijd tot waarheid, dat weet iedereen die al eens heeft nagedacht over de manier waarop hij door de beeldvorming in onze gemediatiseerde wereld wordt gemanipuleerd.
Michaël Depestele toont met zijn opgestelde stoelen, met zijn podiums, met zijn hamburgerkramen en nadarafsluitingen de voorgeschreven ensceneringen.
© Michaël Depestele
Een van de foto’s die wat ik hier probeer te zeggen het duidelijkst laat zien, is deze die Michaël maakte in het stembureau. Op de achtergrond zien we iemand achter het gordijntje in een stemhok zijn stem uitbrengen. Dit is wat de foto voor de krant ons moet tonen. Maar Michaël Depestele toont ons veel meer. Hij toont de hele constructie die de mensen opzetten om het stemmen mogelijk te maken: de hokjes, de stoelen op de voorgrond waarop de wachtende kiezers kunnen plaatsnemen. En dan is er de ordehandhaver die om het hoekje kijkt – en die op die manier benadrukt hoe belangrijk het kader, de context is voor de fotograaf.
De foto’s van Michaël Depestele brengen, zoals dat met sterke foto’s, en met sterke kunst in het algemeen, altijd het geval is, ook de beeldvorming, en dus de fotografie zelf in beeld. Michaël Depestele stelt met andere woorden zijn eigen medium ter discussie.
Om al die redenen is het adjectief ‘mooi’ niet toereikend. Daarom moeten ook ‘goed’ en ‘sterk’ en ‘interessant’ erbij.
Iets is interessant wanneer het u confronteert met uw verwachtingen. Wanneer het alles wat u over iets dacht te weten op de helling plaatst. Wanneer het u de uitweg toont uit het weten.
Als u nu goed hebt geluisterd en hebt ervaren dat wat u hebt gehoord niet beantwoordde aan uw verwachtingen, wel, dan was dit voor u een interessante inleiding. En dat is ze al helemaal als u daardoor nu de foto’s van Michaël Depestele op een ándere manier ziet dan u ze uit uzelf zou hebben gezien. Als ze niet beantwoorden aan uw verwachtingen. Als ze u dus verrassen, uitdagen, confronteren met het feit dat uw verwachtingspatroon altijd ontoereikend is.
Eigenlijk is dat een grote rijkdom.
Ik dank Michaël voor de gelegenheid die hij mij geboden heeft om uw verwachtingspatronen te doorbreken, en voor de generositeit waarmee hij ons helpt een uitweg te zoeken uit ons weten.
Deze tekst werd voorgelezen als inleiding op de fototentoonstelling van Michaël Depestele. Tot 22 februari in CC Ieper Lakenhalen – Foyer, alle dagen van 10 tot 16 u, gratis toegang.
vrijdag 23 januari 2009
zwerftocht
zwerftocht - dagboek van een reis
(noot: even geduld bij het downloaden - bij gebruik van 'adobe reader': icoontje rechtsonder scherm - twee pagina's naast elkaar aanklikken... )
dinsdag 20 januari 2009
signs
'k weet het, 't is kortbij en middenin de week
doch mocht je dezer dagen in brussel zijn
de tentoonstelling loopt nog tot 11 maart
de beelden werden reeds getoond in het Gruuthuusemuseum in 2006
't was een intens project en 'k ben blij dat ze nog eens het licht zien
dansaert galerie
met dank aan Joost Goethals, leerkracht Academie DKO 'Fotohuis' Brugge
doch mocht je dezer dagen in brussel zijn
de tentoonstelling loopt nog tot 11 maart
de beelden werden reeds getoond in het Gruuthuusemuseum in 2006
't was een intens project en 'k ben blij dat ze nog eens het licht zien
dansaert galerie
met dank aan Joost Goethals, leerkracht Academie DKO 'Fotohuis' Brugge
15 januari en het toeval
Op donderdag 15 januari is de eerste bijeenkomst van GG voor 2009 gepland. Van de 'lieden die relatief intens actief zijn in de secties woord en beeld' wordt, voor deze avond, min of meer een culturele/inspirerende bijdrage verwacht. Kwestie van het jaar goed te starten.
Het is ondertussen 15 januari en behalve een suggestie voor een bijdrage heb ik nog steeds niets. De laatste tijd ben ik geboeid door de rol van 'het toeval' in de fotografie - ik gaf eerder al een voorzichtige hint - en ik had dit graag een beetje verder uitgediept.
Misschien is dit nu wel het moment en ik neem me voor om hetzelfde toeval als methode daartoe te gebruiken.
Ik sta bij m'n werktafel.
Uit een bescheiden, recent aangeschaft en 'nog te lezen' stapeltje boeken neem ik één willekeurig exemplaar. Ik haal het cellofaan van het boek en laat het openvallen waar het wil openvallen.
Er staat:
BEING THERE
As much as I love pictures that have been set up, and as important as those pictures are to me, I'd rather photograph something that occurs on its own. The tension between those two kinds of photographs is at the heart of what I do. It's not a conflict, but sometimes it's useful to remember that things are happening right in front of you and that you don't have to complicate the situation. You can take what's given to you. You just need your mind and your eye. *
Vervolgens, en eigenlijk gaat dit allemaal zonder veel nadenken, neem ik een recente foto, ga achter de computer zitten en beschrijf de omstandigheden waarin ik deze foto heb gemaakt.
'Bezoek
Onlangs ging ik op bezoek bij m'n ouders. Ze hadden voor de kerstvakantie een appartementje gehuurd aan de kust en ik zou er even langsgaan.
Onderweg, opzij van de kustweg, maak ik halt bij een kerkje. Het is gelegen aan de rand van de oprukkende bebouwing, vlakbij de zee. (Het interieur van het kerkje doet me aan Engeland denken - altijd weer - en daarom stap ik er bij gelegenheid graag eens binnen.)
Het is helder, zonnig winterweer. Ik negeer het verbod en parkeer de wagen op de oprit van een lege weide; de enige vrije plek. Als ik een film in m'n camera heb geladen en uit de auto wil stappen, valt me de grote, hoge wagen naast me, op. Er slaapt een kind in het kinderzitje en een vrouw ligt voorover op het stuur. Het is niet duidelijk of ze slaapt, huilt, ...
Plots kijkt ze opzij.
Het kerkhof ligt netjes, naakt en leeg in de felle winterzon. Er komt een man achter een muurtje vandaan.
Binnen in het kerkje is het rustig: slechts enkele bezoekers. Tijdens een vorig bezoek werd er vioolmuziek gespeeld en dat was prachtig maar nu is het stil.
Ik sta er wat te dralen, probeer een paar cadrages uit maar druk niet af. Er komen enkele jonge dertigers binnen. Eén vrouw loopt alleen; het is niet duidelijk of ze bij het gezelschap hoort.
En ondanks haar stilte, valt zij op. Ze heeft iets 'verloren' over zich, ze lijkt 'out of place'. Enkele vrouwen die op het punt staan het kerkje te verlaten, kijken haar nog even na.
In de dikke muts van de jonge vrouw steekt een grote vogelveer. Nadat ze wat onzeker in het rond heeft gekeken - ik kan nauwelijks haar gezicht zien - zoekt ze zich een stoel uit en blijft er roerloos zitten. In een straal zonlicht. Niet echt origineel maar ik moet aan een engel denken.
Ik ga zelf voorzichtig zitten en maak twee foto's. De spiegel en de motor van de camera weerklinken luid maar zij reageert er niet op.
Even later zoekt een van de mannen haar gezelschap.'
Het is ondertussen 15 januari en behalve een suggestie voor een bijdrage heb ik nog steeds niets. De laatste tijd ben ik geboeid door de rol van 'het toeval' in de fotografie - ik gaf eerder al een voorzichtige hint - en ik had dit graag een beetje verder uitgediept.
Misschien is dit nu wel het moment en ik neem me voor om hetzelfde toeval als methode daartoe te gebruiken.
Ik sta bij m'n werktafel.
Uit een bescheiden, recent aangeschaft en 'nog te lezen' stapeltje boeken neem ik één willekeurig exemplaar. Ik haal het cellofaan van het boek en laat het openvallen waar het wil openvallen.
Er staat:
BEING THERE
As much as I love pictures that have been set up, and as important as those pictures are to me, I'd rather photograph something that occurs on its own. The tension between those two kinds of photographs is at the heart of what I do. It's not a conflict, but sometimes it's useful to remember that things are happening right in front of you and that you don't have to complicate the situation. You can take what's given to you. You just need your mind and your eye. *
Vervolgens, en eigenlijk gaat dit allemaal zonder veel nadenken, neem ik een recente foto, ga achter de computer zitten en beschrijf de omstandigheden waarin ik deze foto heb gemaakt.
'Bezoek
Onlangs ging ik op bezoek bij m'n ouders. Ze hadden voor de kerstvakantie een appartementje gehuurd aan de kust en ik zou er even langsgaan.
Onderweg, opzij van de kustweg, maak ik halt bij een kerkje. Het is gelegen aan de rand van de oprukkende bebouwing, vlakbij de zee. (Het interieur van het kerkje doet me aan Engeland denken - altijd weer - en daarom stap ik er bij gelegenheid graag eens binnen.)
Het is helder, zonnig winterweer. Ik negeer het verbod en parkeer de wagen op de oprit van een lege weide; de enige vrije plek. Als ik een film in m'n camera heb geladen en uit de auto wil stappen, valt me de grote, hoge wagen naast me, op. Er slaapt een kind in het kinderzitje en een vrouw ligt voorover op het stuur. Het is niet duidelijk of ze slaapt, huilt, ...
Plots kijkt ze opzij.
Het kerkhof ligt netjes, naakt en leeg in de felle winterzon. Er komt een man achter een muurtje vandaan.
Binnen in het kerkje is het rustig: slechts enkele bezoekers. Tijdens een vorig bezoek werd er vioolmuziek gespeeld en dat was prachtig maar nu is het stil.
Ik sta er wat te dralen, probeer een paar cadrages uit maar druk niet af. Er komen enkele jonge dertigers binnen. Eén vrouw loopt alleen; het is niet duidelijk of ze bij het gezelschap hoort.
En ondanks haar stilte, valt zij op. Ze heeft iets 'verloren' over zich, ze lijkt 'out of place'. Enkele vrouwen die op het punt staan het kerkje te verlaten, kijken haar nog even na.
In de dikke muts van de jonge vrouw steekt een grote vogelveer. Nadat ze wat onzeker in het rond heeft gekeken - ik kan nauwelijks haar gezicht zien - zoekt ze zich een stoel uit en blijft er roerloos zitten. In een straal zonlicht. Niet echt origineel maar ik moet aan een engel denken.
Ik ga zelf voorzichtig zitten en maak twee foto's. De spiegel en de motor van de camera weerklinken luid maar zij reageert er niet op.
Even later zoekt een van de mannen haar gezelschap.'
(Tijdens het schrijven van deze tekst speelt de internetradio ineens een deel uit de koraalpreludes van J. S. Bach. Beeld en muziek gaan naadloos in elkaar over.)
*Annie Leibovitz - At Work, 2008
verslag bijeenkomst 12 / 15.01.2009
Pascal verwelkomt Sabine en Dan, die aanwezig zijn naar aanleiding van een bezoek van enkele Goed Gezien-clubleden aan Pinsart Gallery en die recentelijk deze kunstgalerij ter Genthof openden, alwaar ook deze bijeenkomst doorgaat, zij het enige huizen verderop in de straat, met name in het pand met huisnummer 44, waar uw verslaggever op termijn een fotogalerij -zeg maar een ‘huis van de fotografie’- zal openen want er zal niet alleen fotografie tegen de muur te koop zijn maar er zal ook gecommuniceerd worden over fotografie -bijvoorbeeld met lezingen en workshops-. Het weze bij deze opgemerkt dat deze openingszin breedvoerig mag worden genoemd, maar tegelijk dat de zin in kwestie geen overbodige frasen noch fratsen bevat, want probeert u maar eens om in één zin zoveel informatie te stoppen. Het tijdstip en de locatie bood een mooie gelegenheid om te toasten. Niet nadat we eerst onszelf even voorstelden. Toasten dus, op het nieuwe jaar, op Goed Gezien en op de respectievelijke kunstgalerijen.
Dat Pascal er was hadden jullie al begrepen, evenals Sabine, Dan en Luc, maar ook Johan, Paul, Sarah en de Jannen F. en D. waren er. En het werd ondanks –of dankzij–het ontbreken van een echte agenda toch een verrassend boeiende en amusante avond, hoewel er toch een collectief schaamrood te noteren viel naar aanleiding van Jan’s vraag of iemand aan zijn beeldverhaaltje met de blanco tekstbalonnen had gedacht. Neen, dus.
Jan F. bracht enkele beeldobservaties mee -zie elders op de blog-, waarvan sommige met tekst, waaruit aspecten van de Vreemde Vlaamse Volksaard moest blijken -van de poëtische kracht ook, nvdr-. Maar vooral van de wijze waarop de auteurs –zij, wij dus- geneigd zijn een territorium af te bakenen, herkenbaar te maken en betekenis te geven: niet mis te verstane verbodsbepalingen met de hond als stok achter de deur, voortuintjes met windmolentjes, e.d. wat de verslaggever ondermeer een kleine gedachtensprong ontlokte naar de vraag ‘wat geluk is’. En bij Pascal naar de tijd dat mensen zich door middel van de autostickers profileerden. Sabine leek met een uitgesproken aangenaam gevoel naar deze ontwapenende taferelen te kijken. En wat de foto van ‘de door het toeval -zie verder- en de tijd gevormd fallusobject’ ontlokte was weerom de gedachte dat het geven van een betekenis minstens zo belangrijk is dan het object zelf -dat een object op zichzelf misschien niet altijd een betekenis heeft, nvdr-. Wie is de auteur, waarom heeft hij/zij dit gecreëerd, welke vragen roept hij op, zijn deze vragen interessant. Dat men alleen al door de werkelijkheid te kaderen -te kadreren, er een foto van te maken dus- een betekenis geeft aan de werkelijkheid. Wat wellicht het geval zou kunnen zijn met de foto van het objet trouvé waarvan sprake, zij het dan dat het de foto is waarover we het hebben gehad.
Pascal had foto’s van fotograaf Michael Depestele mee en een ontwerp voor toespraak bij de opening van een fotoexpo. Hij wilde de tekst toetsen aan onze kritische oren. We bekeken eerst zorgvuldig de serie foto’s die Depestele ‘voor zichzelf’ maakte tijdens zijn reportageopdrachten voor de Krant van West-Vlaanderen, waarvoor hij werkt. De foto’s werden omschreven als een eigenzinnige kijk op Vlaanderens culturele traditie, beelden van ‘de achterkant’ of ‘de zijkant’ van de evenementen, want de essentie ervan komt niet in beeld, mensen met mondjesmaat, het décor des te nadrukkelijker; de mensen zijn niet het hoofdonderwerp want in veel foto’s zijn ze ‘aan de rand’ nog te zien of lopen ze het beeld uit. Men vond het ‘lege’ beelden. Johan en Sarah merkten op dat het ‘volle leven’ niet wordt getoond -fragmenten van het evenement, maar niet het feest, niet de mannen die bier drinken. Een ‘Feest zonder Leute’ kortom-. De reeks bevat grappige beelden maar is tegelijk dramatisch, zo omschreef Paul de serie.
Pasal kon vaststellen dat onze kijk op de fotoserie in belangrijke mate terug te vinden is in zijn toespraak. Toespraak -zie elders op de blog- die werd beschouwd als goed geschreven en goed opgebouwd, met een interessante (sic) invalshoek, didactisch, -iets te- pedagogisch. Iemand vond de inleiding te lang en iemand anders had moeite met de ‘Nietwaar?!’
Johan vondt dat het kon vanwege een zelfrelativerende klank, precies omdat het tot driemaal toe wordt herhaald -Juist, Johan?-.
Jan D. ligt al enige tijd wakker van het fenomeen ‘toeval’ en had zich voorgenomen om daar een bijdrage over te maken, wat hem niet lukte tot hij toevalligerwijs op het idee kwam om het toeval daar een belangrijke rol in te laten spelen. Hij bedacht -weldoordacht, nvdr- een methode om te ontsnappen aan zijn onvermogen en sloeg een boek open die niet helemaal toevallig in zijn buurt lag. Een boek over fotografie -‘Being there’-. Op de opengeslagen bladzij vond hij een tekst -zie elders op de blog- over de mogelijkheid en de charme van het spontane fotograferen -wat dan staat tegenover het ensceneren- een tekst dus die eigenlijk ook over het toeval gaat. Een uitstap naar zee met camera, meerbepaald het bezoek aan het kerkje die herinneringen aan Engeland wakker maakt en waarin zich een ontmoeting afspeelt met een ‘adembenemende’ dame met hoed met veer en een confrontatie met de nagelaten woorden in een o zo herkenbare geschrift en dus met zichzelf -H. Benedictus, patroonheilige van Het Toeval, doe uw werk-, een uitstap naar zee dus, aanleiding voor een verhaal over toeval, over emotionele betrokkenheid, over spanning, over privacy, over het onvermogen om te fotograferen, over het gefotografeerde en over momenten en belevingen die je niet kan of wil fotograferen -over de foto die je niet hebt genomen-. Uiteindelijk werd er toch een foto genomen -zie elders-. En bij het schrijven van het verhaal duikt dan weerom het toeval op in de verschijning van de muziek van Bach, die in het kerkje aardig zou hebben geklonken.
Sarah laat ons kennis maken met de Finse filmmaker Aki Kaurismaki. Zij vertelt over de film ‘The contract killer’, waarin iets wordt gedaan met het onvermogen van de hoofdpersoon om een einde aan zijn leven te maken. We kijken naar de beginsequens uit de film ‘Man without a past’ met boeiende, bevreemdende beelden en schaarse, maar efficiënte dialogen. We moesten maar eens samen naar de film, zo merkt iemand op.
Paul heeft tenslotte nog een extraatje. We worden in de gelegenheid gesteld om even een kijkje te nemen in zijn zeer persoonlijk reisdagboek annex fotoverslag van een recente trip naar Zuid-Europa, waarbij ook ontmoetingen met mensen een belangrijke rol spelen. Voor enkele beloofde fragmenten uit dit boek, zie elders op de blog.
De bijeenkomst wordt afgerond met de mededeling dat voor de volgende bijeenkomst Paul onze gastheer zal zijn, meerbepaald op donderdag 12 februari.
Johan heeft een idee om een opdracht voor te bereiden die we ter plaatse zullen kunnen uitvoeren, wat dan weer aanleiding was voor een voorstel tot een gezamenlijk project waabij we een tv-format zouden kunnen ontwikkelen.
Naschrift: taal- en stijlfouten, opmerkingen, correcties, aanvullingen? Laat het me weten!
Bij deze veroorlooft de verslaggever zich om, ter aanvulling en ter illustratie nog een foto te plaatsen, die refereert naar het verhaal van Jan D. en naar de bijdrage van Paul en met een beetje goeie wil refereert het ook naar de bijdrage van Sarah vanwege het filmstill-gehalte.
San Diego, USA 2008.
Dat Pascal er was hadden jullie al begrepen, evenals Sabine, Dan en Luc, maar ook Johan, Paul, Sarah en de Jannen F. en D. waren er. En het werd ondanks –of dankzij–het ontbreken van een echte agenda toch een verrassend boeiende en amusante avond, hoewel er toch een collectief schaamrood te noteren viel naar aanleiding van Jan’s vraag of iemand aan zijn beeldverhaaltje met de blanco tekstbalonnen had gedacht. Neen, dus.
Jan F. bracht enkele beeldobservaties mee -zie elders op de blog-, waarvan sommige met tekst, waaruit aspecten van de Vreemde Vlaamse Volksaard moest blijken -van de poëtische kracht ook, nvdr-. Maar vooral van de wijze waarop de auteurs –zij, wij dus- geneigd zijn een territorium af te bakenen, herkenbaar te maken en betekenis te geven: niet mis te verstane verbodsbepalingen met de hond als stok achter de deur, voortuintjes met windmolentjes, e.d. wat de verslaggever ondermeer een kleine gedachtensprong ontlokte naar de vraag ‘wat geluk is’. En bij Pascal naar de tijd dat mensen zich door middel van de autostickers profileerden. Sabine leek met een uitgesproken aangenaam gevoel naar deze ontwapenende taferelen te kijken. En wat de foto van ‘de door het toeval -zie verder- en de tijd gevormd fallusobject’ ontlokte was weerom de gedachte dat het geven van een betekenis minstens zo belangrijk is dan het object zelf -dat een object op zichzelf misschien niet altijd een betekenis heeft, nvdr-. Wie is de auteur, waarom heeft hij/zij dit gecreëerd, welke vragen roept hij op, zijn deze vragen interessant. Dat men alleen al door de werkelijkheid te kaderen -te kadreren, er een foto van te maken dus- een betekenis geeft aan de werkelijkheid. Wat wellicht het geval zou kunnen zijn met de foto van het objet trouvé waarvan sprake, zij het dan dat het de foto is waarover we het hebben gehad.
Pascal had foto’s van fotograaf Michael Depestele mee en een ontwerp voor toespraak bij de opening van een fotoexpo. Hij wilde de tekst toetsen aan onze kritische oren. We bekeken eerst zorgvuldig de serie foto’s die Depestele ‘voor zichzelf’ maakte tijdens zijn reportageopdrachten voor de Krant van West-Vlaanderen, waarvoor hij werkt. De foto’s werden omschreven als een eigenzinnige kijk op Vlaanderens culturele traditie, beelden van ‘de achterkant’ of ‘de zijkant’ van de evenementen, want de essentie ervan komt niet in beeld, mensen met mondjesmaat, het décor des te nadrukkelijker; de mensen zijn niet het hoofdonderwerp want in veel foto’s zijn ze ‘aan de rand’ nog te zien of lopen ze het beeld uit. Men vond het ‘lege’ beelden. Johan en Sarah merkten op dat het ‘volle leven’ niet wordt getoond -fragmenten van het evenement, maar niet het feest, niet de mannen die bier drinken. Een ‘Feest zonder Leute’ kortom-. De reeks bevat grappige beelden maar is tegelijk dramatisch, zo omschreef Paul de serie.
Pasal kon vaststellen dat onze kijk op de fotoserie in belangrijke mate terug te vinden is in zijn toespraak. Toespraak -zie elders op de blog- die werd beschouwd als goed geschreven en goed opgebouwd, met een interessante (sic) invalshoek, didactisch, -iets te- pedagogisch. Iemand vond de inleiding te lang en iemand anders had moeite met de ‘Nietwaar?!’
Johan vondt dat het kon vanwege een zelfrelativerende klank, precies omdat het tot driemaal toe wordt herhaald -Juist, Johan?-.
Jan D. ligt al enige tijd wakker van het fenomeen ‘toeval’ en had zich voorgenomen om daar een bijdrage over te maken, wat hem niet lukte tot hij toevalligerwijs op het idee kwam om het toeval daar een belangrijke rol in te laten spelen. Hij bedacht -weldoordacht, nvdr- een methode om te ontsnappen aan zijn onvermogen en sloeg een boek open die niet helemaal toevallig in zijn buurt lag. Een boek over fotografie -‘Being there’-. Op de opengeslagen bladzij vond hij een tekst -zie elders op de blog- over de mogelijkheid en de charme van het spontane fotograferen -wat dan staat tegenover het ensceneren- een tekst dus die eigenlijk ook over het toeval gaat. Een uitstap naar zee met camera, meerbepaald het bezoek aan het kerkje die herinneringen aan Engeland wakker maakt en waarin zich een ontmoeting afspeelt met een ‘adembenemende’ dame met hoed met veer en een confrontatie met de nagelaten woorden in een o zo herkenbare geschrift en dus met zichzelf -H. Benedictus, patroonheilige van Het Toeval, doe uw werk-, een uitstap naar zee dus, aanleiding voor een verhaal over toeval, over emotionele betrokkenheid, over spanning, over privacy, over het onvermogen om te fotograferen, over het gefotografeerde en over momenten en belevingen die je niet kan of wil fotograferen -over de foto die je niet hebt genomen-. Uiteindelijk werd er toch een foto genomen -zie elders-. En bij het schrijven van het verhaal duikt dan weerom het toeval op in de verschijning van de muziek van Bach, die in het kerkje aardig zou hebben geklonken.
Sarah laat ons kennis maken met de Finse filmmaker Aki Kaurismaki. Zij vertelt over de film ‘The contract killer’, waarin iets wordt gedaan met het onvermogen van de hoofdpersoon om een einde aan zijn leven te maken. We kijken naar de beginsequens uit de film ‘Man without a past’ met boeiende, bevreemdende beelden en schaarse, maar efficiënte dialogen. We moesten maar eens samen naar de film, zo merkt iemand op.
Paul heeft tenslotte nog een extraatje. We worden in de gelegenheid gesteld om even een kijkje te nemen in zijn zeer persoonlijk reisdagboek annex fotoverslag van een recente trip naar Zuid-Europa, waarbij ook ontmoetingen met mensen een belangrijke rol spelen. Voor enkele beloofde fragmenten uit dit boek, zie elders op de blog.
De bijeenkomst wordt afgerond met de mededeling dat voor de volgende bijeenkomst Paul onze gastheer zal zijn, meerbepaald op donderdag 12 februari.
Johan heeft een idee om een opdracht voor te bereiden die we ter plaatse zullen kunnen uitvoeren, wat dan weer aanleiding was voor een voorstel tot een gezamenlijk project waabij we een tv-format zouden kunnen ontwikkelen.
Naschrift: taal- en stijlfouten, opmerkingen, correcties, aanvullingen? Laat het me weten!
Bij deze veroorlooft de verslaggever zich om, ter aanvulling en ter illustratie nog een foto te plaatsen, die refereert naar het verhaal van Jan D. en naar de bijdrage van Paul en met een beetje goeie wil refereert het ook naar de bijdrage van Sarah vanwege het filmstill-gehalte.
San Diego, USA 2008.
zondag 18 januari 2009
bernard plossu
'k zag de 'couleur fresson' foto's van bernard plossu in hotel hannon in sint gilles.
geen ruimte past beter bij de poëzie van de vintage beelden.
de magie van de methode fresson schenkt de foto's iets impressionistisch.
'k vond het mooi.
we wandelden in het ter kamerenbos.
de paden waren zacht na de dooi.
in les brasseries georges aten we 'saumon à l'unilatérale'.
'k weet niet wat het betekent maar het klonk mooi en smaakte heerlijk.
de pinot noir werd koel geschonken en paste natuurlijk niet bij de zalm.
m'n blik viel op de dame aan het tafeltje rechts van me.
ze was mooi maar opzichtig, had iets van naomi campbell, droeg witte laarzen met glitters en een kunstige tatouage op de plaats waar haar hals overging in haar borsten. haar gitzwart haar viel op een witte pelzen sjaal die ze rond haar schouders had gedrapeerd.
ze dronk champagne en stapte na het eten met een pierce brosnankloon in een veel te opvallende auto met duitse nummerplaat
toen vroeg de ober: 'vous désirez un café?'
we reden tot in hartje brussel.
een man met drie puppies zat op een deken en bedelde.
de nieuwstraat was overdruk.
we zijn weggevlucht.
de dag eindigde in 'de markten' op een pleintje aan de dansaertstraat.
we dronken muntthee en vonden het een mooie dag.
m'n hondje wou spelen met een teefje, een verkneukeld mopsje.
haar bazinnetje dronk soep en zag niet hoe ik m'n fototoestel naar m'n oog bracht.
'elle est déjà vieille monsieur, elle a douze ans, votre chien a l'air d'être beaucoup plus jeune...'
ondertussen zag m'n hondje het mopsje meer en meer zitten
'oui madame, mais ça ne lui dérange pas, c'est sa nature... klik'
geen ruimte past beter bij de poëzie van de vintage beelden.
de magie van de methode fresson schenkt de foto's iets impressionistisch.
'k vond het mooi.
we wandelden in het ter kamerenbos.
de paden waren zacht na de dooi.
in les brasseries georges aten we 'saumon à l'unilatérale'.
'k weet niet wat het betekent maar het klonk mooi en smaakte heerlijk.
de pinot noir werd koel geschonken en paste natuurlijk niet bij de zalm.
m'n blik viel op de dame aan het tafeltje rechts van me.
ze was mooi maar opzichtig, had iets van naomi campbell, droeg witte laarzen met glitters en een kunstige tatouage op de plaats waar haar hals overging in haar borsten. haar gitzwart haar viel op een witte pelzen sjaal die ze rond haar schouders had gedrapeerd.
ze dronk champagne en stapte na het eten met een pierce brosnankloon in een veel te opvallende auto met duitse nummerplaat
toen vroeg de ober: 'vous désirez un café?'
we reden tot in hartje brussel.
een man met drie puppies zat op een deken en bedelde.
de nieuwstraat was overdruk.
we zijn weggevlucht.
de dag eindigde in 'de markten' op een pleintje aan de dansaertstraat.
we dronken muntthee en vonden het een mooie dag.
m'n hondje wou spelen met een teefje, een verkneukeld mopsje.
haar bazinnetje dronk soep en zag niet hoe ik m'n fototoestel naar m'n oog bracht.
'elle est déjà vieille monsieur, elle a douze ans, votre chien a l'air d'être beaucoup plus jeune...'
ondertussen zag m'n hondje het mopsje meer en meer zitten
'oui madame, mais ça ne lui dérange pas, c'est sa nature... klik'
donderdag 15 januari 2009
vanavond!
IK HOOP DAT IEDEREEN HET GEZIEN HEEFT. VANAVOND GAAT DE BIJEEKOMST DOOR IN HET GENTHOF 44. 20 UUR.
woensdag 14 januari 2009
wijziging!
Door omstandigheden zal de bijeenkomst van morgen donderdag 15 jan. doorgaan ter Genthof 44. Het Genthof verbindt de Langerei met het Jan Van Eyckplein. Afspraak om 20 uur. Er is geen internetaansluiting. Ik breng mijn i-book mee.
dinsdag 13 januari 2009
maandag 12 januari 2009
15 januari
Dank je, Luc, voor de uitnodiging. Ik kom linea recta uit Brussel naar jou en hoop dat ik er tijdig ben.
Wij maakten intussen kennis met de galeriehoudster Sabine Pinsart. Zij was enthousiast over ons initiatief en zegde niet neen toen wij haar voorstelden om haar bij onze activiteiten te betrekken. Wil jij haar, als gastheer, uitnodigen?
sabine@decelek.be
en/of
info@pinsart.be
Wij maakten intussen kennis met de galeriehoudster Sabine Pinsart. Zij was enthousiast over ons initiatief en zegde niet neen toen wij haar voorstelden om haar bij onze activiteiten te betrekken. Wil jij haar, als gastheer, uitnodigen?
sabine@decelek.be
en/of
info@pinsart.be
Woord & Beeld (105) / Invitation!
Las Vegas, Nevada 2008.
De bijeenkomst van donderdag a.s. 15 januari kan bij ons doorgaan. Kortebrugge 17, 8200 Brugge, St.-Michiels: komende van Brugge centrum, einde Rijselstraat laatste straat links voor de rotonde, dan links en nog eens links.
Omdat er tot op vandaag nog geen agenda is, stel ik voor dat iedereen doet waar hij zin in heeft. Voor de eerste 'opdracht' van het nieuwe jaar lijkt me dat niet mis. Laat je verbeelding de vrije loop. Verras ons. Entertain ons. Breng desnoods een gewaagde toast uit op 2009. Vertel ons wat je in 2009 van plan bent en wat je goeie en slechte voornemens zijn. Of geef antwoord op de vraag 'What are you made of?'. Doe het op een literair en/of visueel aantrekkelijke wijze, zodat niemand achteraf kan komen zagen dat het niet interessant of leuk was. Zodat iedereen zich de eerste meeting van 2009 zal blijven herinneren als één van de beste ooit.
En! Hou er rekening mee dat we ook echt een toast zullen uitbrengen op het 'Nieuwe Jaar'.
Tot donderdag, 20 uur.
p.s. spijtig dat je er niet zal zijn, Piet. Als je een bijdrage hebt, stuur maar door.
De bijeenkomst van donderdag a.s. 15 januari kan bij ons doorgaan. Kortebrugge 17, 8200 Brugge, St.-Michiels: komende van Brugge centrum, einde Rijselstraat laatste straat links voor de rotonde, dan links en nog eens links.
Omdat er tot op vandaag nog geen agenda is, stel ik voor dat iedereen doet waar hij zin in heeft. Voor de eerste 'opdracht' van het nieuwe jaar lijkt me dat niet mis. Laat je verbeelding de vrije loop. Verras ons. Entertain ons. Breng desnoods een gewaagde toast uit op 2009. Vertel ons wat je in 2009 van plan bent en wat je goeie en slechte voornemens zijn. Of geef antwoord op de vraag 'What are you made of?'. Doe het op een literair en/of visueel aantrekkelijke wijze, zodat niemand achteraf kan komen zagen dat het niet interessant of leuk was. Zodat iedereen zich de eerste meeting van 2009 zal blijven herinneren als één van de beste ooit.
En! Hou er rekening mee dat we ook echt een toast zullen uitbrengen op het 'Nieuwe Jaar'.
Tot donderdag, 20 uur.
p.s. spijtig dat je er niet zal zijn, Piet. Als je een bijdrage hebt, stuur maar door.
zondag 11 januari 2009
vrijdag 9 januari 2009
donderdag 8 januari 2009
Volgende bijeenkomst
woensdag 7 januari 2009
Woord & Beeld (103)
vrijdag 2 januari 2009
2009
Highway 62 / Morongo Valley, California, USA 2008.
Beste vrienden. Ik kan het niet laten annex mijn beste wensen toch nog een beeld door te sturen dat daar in mijn beleving representatief voor is. Het gaat jullie goed. Op 5 januari zijn we weer in Brugge. De grootste tegenvaller zal wel het koude weer zijn, vrees ik. Het was hier ongeveer de hele tijd overdag 20 graden Celsius. Tot binnenkort.
Beste vrienden. Ik kan het niet laten annex mijn beste wensen toch nog een beeld door te sturen dat daar in mijn beleving representatief voor is. Het gaat jullie goed. Op 5 januari zijn we weer in Brugge. De grootste tegenvaller zal wel het koude weer zijn, vrees ik. Het was hier ongeveer de hele tijd overdag 20 graden Celsius. Tot binnenkort.
La vie moderne
‘Neen, niet als kinderen. Dat niet.’ De 82-jarige boer kijkt met verdriet in de ogen toe hoe een van zijn koeien ligt te zieltogen op het gangpad van de stal – het beest zal daar de volgende nacht sterven. (Wat kies niet in beeld wordt gebracht.) In wat deze boer niet zegt, dat hij zijn beesten dan wel niet als kinderen graag ziet maar ze toch diep in zijn hart heeft gesloten omdat hij er in elke vezel van zijn leven van afhankelijk is, resoneert het eentonige ritme van een precair bestaan, van elementaire verzorging, exploitatie, dierenliefde – en in dat laatste ook een duistere dimensie van wat een mensenman kan doen zonder een vrouw in de buurt op wie niet het incestverbod rust.
Met La vie moderne toont Raymond Depardon het onherroepelijke verdwijnen van een levensvorm: dat van Franse boer in afgelegen gebieden. Mensen die midden in een onherbergzaam landschap leven (Ardèche, Haute-Loire, Cévennes) en wier hoeve slechts te bereiken is via een kilometers lange cul-de-sac. Niemand wil het nog doen, behalve enkele jeugdige naïevelingen, overjaarse hippies of verbitterden die het leven in de bewoonde wereld beu zijn. Een van hen is een vrouw die, met medeneming van een vijftienjarige dochter die de rurale stijfkoppigheid cumuleert met een puberaal stilzwijgen, haar leven in een Noord-Franse stad achter zich heeft gelaten: les Ch’tis à l’envers.
Depardon portretteert deze mensen. Niet zozeer als individuele karakters maar als soort die in zijn voortbestaan bedreigd is. We leren een verzopen zestiger kennen, twee krasse tachtigers, een negentigjarige vrouw. Wezens die met hun ene been in de negentiende en zelfs achttiende eeuw staan en met het andere in de eenentwintigste. Een grand écart die niet lang meer vol te houden is. Geen kind dat hier nog zou willen blijven met alle verlokkingen uit de buitenwereld, de échte wereld. Trouwens, hier zijn geen kinderen meer. Ja, die jonge koppels brengen hun kinderen mee, maar dat voor hen hier geen toekomst ligt, is zonder meer duidelijk.
Depardon stelt vragen. De antwoorden zijn afgemeten, bot. Veel hebben deze mensen niet te vertellen. Het lijkt niet ondenkbaar dat ze elkaar slechts het hoogstnodige zeggen. Misschien gaan hier zelfs hele dagen in absolute stilte voorbij. Depardon laat deze stiltes horen. Zijn interviews, minutenlang in één take geregistreerd, zijn perfect getimed. Ze leggen het ongeduld van deze mensen bloot. Ook al hebben ze misschien niets dringends te doen, overgeleverd als ze zijn aan het trage ritme van de dag, van de week, van het seizoen, ze laten toch duidelijk blijken dat ze op dit soort zotternijen niet zijn afgesteld. Het past niet in hun schema, deze intrusie van de moderniteit in de vorm van een camera, een microfoon, een lichtmeter.
Aandoenlijk hoe Depardon het negeren van zijn instructies negeert. Wellicht heeft hij deze mensen gevraagd om geen acht te slaan op de camera en zeker op de cameraman. Maar deze boeren zijn zo primitief dat het volstrekt onnatuurlijk zou overkomen indien ze consequent gevolg zouden geven aan deze instructie (de jongere boeren, die ook meer en beter praten, slagen er wél in een studiopose aan te nemen). Een van de boerinnen is zeer aandoenlijk wanneer ze haar blik in de camera verliest en vervolgens de man achter de camera een koekje aanbiedt.
De intrusie is onmogelijk zonder dat het oorspronkelijke milieu diepgaand wordt beïnvloed. Hoe discreet ook de filmmaker probeert te zijn. Het jonge koppel dat met een zekere ambitie geiten wil kweken blijkt bij het volgende bezoek een half jaar later te hebben geconcludeerd dat het niet mogelijk is zijn dromen waar te maken. Je vraagt je af hoe ze er toe gekomen zijn dergelijke dromen te koesteren.
De film begint met een lange travelling. We rijden op de toegangsweg naar een van de boerderijen. De camera is boven op de auto gemonteerd. Waar de weg op het erf uitkomt, loopt een hond ons tegemoet. Deze scène is duidelijk gerepeteerd: een hond die maar af en toe een vreemde ziet zou niet kwispelstaarten maar bassen. Maar goed. Dan komt de boer tevoorschijn. Voorovergebogen, traag, nors.
Op het einde van de film rijden we in een ander seizoen bij een laag en rood zonlicht terug weg. We herkennen het silhouet van de bergen aan de horizon. Op dezelfde plaats staat opnieuw die landbouwmachine. En dan plots, op de heuvelkam, een van die oude mannen die niet veel meer te gaan hebben. Hij zwaait nadrukkelijk niet. Hij wordt achtergelaten en we weten wel zeker dat we hem nooit meer zullen zien. Hém niet maar ook niet de soort die hij vertegenwoordigt.
Met La vie moderne toont Raymond Depardon het onherroepelijke verdwijnen van een levensvorm: dat van Franse boer in afgelegen gebieden. Mensen die midden in een onherbergzaam landschap leven (Ardèche, Haute-Loire, Cévennes) en wier hoeve slechts te bereiken is via een kilometers lange cul-de-sac. Niemand wil het nog doen, behalve enkele jeugdige naïevelingen, overjaarse hippies of verbitterden die het leven in de bewoonde wereld beu zijn. Een van hen is een vrouw die, met medeneming van een vijftienjarige dochter die de rurale stijfkoppigheid cumuleert met een puberaal stilzwijgen, haar leven in een Noord-Franse stad achter zich heeft gelaten: les Ch’tis à l’envers.
Depardon portretteert deze mensen. Niet zozeer als individuele karakters maar als soort die in zijn voortbestaan bedreigd is. We leren een verzopen zestiger kennen, twee krasse tachtigers, een negentigjarige vrouw. Wezens die met hun ene been in de negentiende en zelfs achttiende eeuw staan en met het andere in de eenentwintigste. Een grand écart die niet lang meer vol te houden is. Geen kind dat hier nog zou willen blijven met alle verlokkingen uit de buitenwereld, de échte wereld. Trouwens, hier zijn geen kinderen meer. Ja, die jonge koppels brengen hun kinderen mee, maar dat voor hen hier geen toekomst ligt, is zonder meer duidelijk.
Depardon stelt vragen. De antwoorden zijn afgemeten, bot. Veel hebben deze mensen niet te vertellen. Het lijkt niet ondenkbaar dat ze elkaar slechts het hoogstnodige zeggen. Misschien gaan hier zelfs hele dagen in absolute stilte voorbij. Depardon laat deze stiltes horen. Zijn interviews, minutenlang in één take geregistreerd, zijn perfect getimed. Ze leggen het ongeduld van deze mensen bloot. Ook al hebben ze misschien niets dringends te doen, overgeleverd als ze zijn aan het trage ritme van de dag, van de week, van het seizoen, ze laten toch duidelijk blijken dat ze op dit soort zotternijen niet zijn afgesteld. Het past niet in hun schema, deze intrusie van de moderniteit in de vorm van een camera, een microfoon, een lichtmeter.
Aandoenlijk hoe Depardon het negeren van zijn instructies negeert. Wellicht heeft hij deze mensen gevraagd om geen acht te slaan op de camera en zeker op de cameraman. Maar deze boeren zijn zo primitief dat het volstrekt onnatuurlijk zou overkomen indien ze consequent gevolg zouden geven aan deze instructie (de jongere boeren, die ook meer en beter praten, slagen er wél in een studiopose aan te nemen). Een van de boerinnen is zeer aandoenlijk wanneer ze haar blik in de camera verliest en vervolgens de man achter de camera een koekje aanbiedt.
De intrusie is onmogelijk zonder dat het oorspronkelijke milieu diepgaand wordt beïnvloed. Hoe discreet ook de filmmaker probeert te zijn. Het jonge koppel dat met een zekere ambitie geiten wil kweken blijkt bij het volgende bezoek een half jaar later te hebben geconcludeerd dat het niet mogelijk is zijn dromen waar te maken. Je vraagt je af hoe ze er toe gekomen zijn dergelijke dromen te koesteren.
De film begint met een lange travelling. We rijden op de toegangsweg naar een van de boerderijen. De camera is boven op de auto gemonteerd. Waar de weg op het erf uitkomt, loopt een hond ons tegemoet. Deze scène is duidelijk gerepeteerd: een hond die maar af en toe een vreemde ziet zou niet kwispelstaarten maar bassen. Maar goed. Dan komt de boer tevoorschijn. Voorovergebogen, traag, nors.
Op het einde van de film rijden we in een ander seizoen bij een laag en rood zonlicht terug weg. We herkennen het silhouet van de bergen aan de horizon. Op dezelfde plaats staat opnieuw die landbouwmachine. En dan plots, op de heuvelkam, een van die oude mannen die niet veel meer te gaan hebben. Hij zwaait nadrukkelijk niet. Hij wordt achtergelaten en we weten wel zeker dat we hem nooit meer zullen zien. Hém niet maar ook niet de soort die hij vertegenwoordigt.
Abonneren op:
Posts (Atom)