vrijdag 14 maart 2008

at war with the oblivious

dieptelectuur van een foto - paul



De fotograaf geeft me bij dit beeld onvrijwillig het gevoel dat ik mezelf in dit café in New Orleans bevind. Een late namiddagzon valt door de ramen en door een kier van de openstaande deur naar binnen. Buiten op straat kijkt een golden retriever met een bijna menselijke blik naar binnen. Het is een volks etablissement. Dat kan ik afleiden uit de weinig verfijnde inrichting, het goedkoop meubilair. Buiten het gelukkig toeval van de naar binnen turende hond gebeurt er weinig. Het leven in deze scene speelt zich af achter de lens van de camera. Een banale caféscène, een babbel aan de toog, een stukje dagelijks levensgenieten in de binnenstad van New Orleans. Het is rustig in het café. Geen enkel tafeltje is ingenomen. Ik zie geen tabaksrook opgelicht door het zonlicht. Buiten op straat is het leven schijnbaar stilgevallen. De hond kijkt naar binnen, naar z’n baas die zich ophoudt aan de toog. Hij wacht geduldig en kijkt bovendien met een trouwe en meelijkwekkende blik in de lens. Die blonde viervoeter waar de streep licht onze blik met enige dwang naartoe leidt is de ‘eyecatcher’ binnen het frame. Mochten we niet weten dat de hond vastligt aan de straatlantaarn of dat het dier hoopvol kijkt naar z’n fotograferende baas zouden we met groot gemak van een ‘decisive moment’ kunnen spreken. Wanneer is een moment trouwens decisief? Ondanks het harde tegenlicht vangen we toch een glimp op van het interieur. Een mooi staaltje lichtbeheersing van de fotograaf. Het raamwerk en de klapdeuren van het café zorgen voor de scheiding tussen twee werelden: binnen en buiten. Een filter van licht en geluid. Vooral het prachtige licht ontdoet deze scène van elke banaliteit. Ik hoor de hond zachtjes janken terwijl de retriever vast de stem van z’n baas herkent. Een hond hoort tien keer beter dan een mens. De kleuren zijn zonder uitzondering natuurlijk en flatterend tot het bordeaux koetswerk van de twee geparkeerde wagens toe. Het transparante groen van de nepantieken bureellamp zorgt voor een verrassend accent in dit palet van aardekleuren. Het moment is perfect symmetrisch vastgelegd, plaatst de hond centraal en accentueert bovendien de rust die onvermijdelijk van deze scène uitgaat. Het zou kunnen een foto zijn van Patrick De Spiegelaere die beweert dat fotografie ‘klein’ moet zijn. Het is een beeld van Bill Bowden die ik reeds lange tijd volg via zijn blog ‘At war with the oblivious’. Hij heeft niet de bekendheid van William Egglestone maar z’n werk doet me geweldig aan dit icoon van de vroege Amerikaanse kleurfotografie denken. Onbekendheid kan een hemels voorrecht zijn las ik onlangs ergens in een krant. Bill Bowden maakt hemelse platen.

oblivious: lacking remembrance, memory, or mindful attention

1 opmerking:

pascal zei

Enkele losse bedenkingen bij de lectuur van de foto en de tekst:

- 'lichtbeheersing' door de fotograaf: hoe deed hij dat? En hoe komt het dat die hondenkop zo sterk belicht is? De weerkaatsing van het zonlicht in de caféruit?

- Caféruit grens tussen binnen en buiten. Er zijn twee grenzen: de caféruit, en de lijn waarop de fotograaf staat: voor en achter die lijn (en achter die lijn is er de toogpraat).

- Tabaksrook? Tja, we bevinden ons in de fundamentalistische VS. En bovendien staat de deur open. En is er niemand in het café, toch niet tussen de fotograaf en de deur. En de hond rookt ook niet...

- Symmetrische opbouw: daar werkt het loodrecht naar binnen vallende licht duchtig aan mee. De lichtlijn voert niet alleen naar de hond, hij helpt ook het beeld in twee gelijke delen verdelen.

- Paul, hoe weet je dat de hond vastligt? En dat het de hond van de fotograaf is?

- 'Being ignored is a great privilege'. Ik las ook het stuk over Saul Leiter. Wil daar eigenlijk nog wel naartoe in Parijs, maar dat wordt moeilijk...