Het is ondertussen 15 januari en behalve een suggestie voor een bijdrage heb ik nog steeds niets. De laatste tijd ben ik geboeid door de rol van 'het toeval' in de fotografie - ik gaf eerder al een voorzichtige hint - en ik had dit graag een beetje verder uitgediept.
Misschien is dit nu wel het moment en ik neem me voor om hetzelfde toeval als methode daartoe te gebruiken.
Ik sta bij m'n werktafel.
Uit een bescheiden, recent aangeschaft en 'nog te lezen' stapeltje boeken neem ik één willekeurig exemplaar. Ik haal het cellofaan van het boek en laat het openvallen waar het wil openvallen.
Er staat:
BEING THERE
As much as I love pictures that have been set up, and as important as those pictures are to me, I'd rather photograph something that occurs on its own. The tension between those two kinds of photographs is at the heart of what I do. It's not a conflict, but sometimes it's useful to remember that things are happening right in front of you and that you don't have to complicate the situation. You can take what's given to you. You just need your mind and your eye. *
Vervolgens, en eigenlijk gaat dit allemaal zonder veel nadenken, neem ik een recente foto, ga achter de computer zitten en beschrijf de omstandigheden waarin ik deze foto heb gemaakt.
'Bezoek
Onlangs ging ik op bezoek bij m'n ouders. Ze hadden voor de kerstvakantie een appartementje gehuurd aan de kust en ik zou er even langsgaan.
Onderweg, opzij van de kustweg, maak ik halt bij een kerkje. Het is gelegen aan de rand van de oprukkende bebouwing, vlakbij de zee. (Het interieur van het kerkje doet me aan Engeland denken - altijd weer - en daarom stap ik er bij gelegenheid graag eens binnen.)
Het is helder, zonnig winterweer. Ik negeer het verbod en parkeer de wagen op de oprit van een lege weide; de enige vrije plek. Als ik een film in m'n camera heb geladen en uit de auto wil stappen, valt me de grote, hoge wagen naast me, op. Er slaapt een kind in het kinderzitje en een vrouw ligt voorover op het stuur. Het is niet duidelijk of ze slaapt, huilt, ...
Plots kijkt ze opzij.
Het kerkhof ligt netjes, naakt en leeg in de felle winterzon. Er komt een man achter een muurtje vandaan.
Binnen in het kerkje is het rustig: slechts enkele bezoekers. Tijdens een vorig bezoek werd er vioolmuziek gespeeld en dat was prachtig maar nu is het stil.
Ik sta er wat te dralen, probeer een paar cadrages uit maar druk niet af. Er komen enkele jonge dertigers binnen. Eén vrouw loopt alleen; het is niet duidelijk of ze bij het gezelschap hoort.
En ondanks haar stilte, valt zij op. Ze heeft iets 'verloren' over zich, ze lijkt 'out of place'. Enkele vrouwen die op het punt staan het kerkje te verlaten, kijken haar nog even na.
In de dikke muts van de jonge vrouw steekt een grote vogelveer. Nadat ze wat onzeker in het rond heeft gekeken - ik kan nauwelijks haar gezicht zien - zoekt ze zich een stoel uit en blijft er roerloos zitten. In een straal zonlicht. Niet echt origineel maar ik moet aan een engel denken.
Ik ga zelf voorzichtig zitten en maak twee foto's. De spiegel en de motor van de camera weerklinken luid maar zij reageert er niet op.
Even later zoekt een van de mannen haar gezelschap.'
(Tijdens het schrijven van deze tekst speelt de internetradio ineens een deel uit de koraalpreludes van J. S. Bach. Beeld en muziek gaan naadloos in elkaar over.)
*Annie Leibovitz - At Work, 2008
2 opmerkingen:
de aanloop, de opbouw, het verhaal...
de subtiel belichte foto
blijft mooi jan
Ik geniet nog van je bijdrage, Jan. Nog van dat, zou ik zeggen.
Een reactie posten