[ bij foto Sarah ]
1930
1.
Kijk hem.
Hij is een Koningskind.
Zijn haar verdraagt alleen
Haar vingers en haar schaar.
Hij kijkt niet, want hij droomt.
2.
Kijk hem.
Straks maakt ze een feest,
Denkt hij. Met gekleurde lichtjes
En verloren brood,
Want het is vroeg donker.
3.
Kijk hem.
In een schuldige winter.
Straks komen de moffen
Met hun zwarte laarzen
En pietje de dood.
4.
Kijk hem.
Hij kijkt naar buiten
Door een wazig raam
Met ogen rood van liefde.
Hij is niet bang.
1930
1.
Kijk hem.
Hij is een Koningskind.
Zijn haar verdraagt alleen
Haar vingers en haar schaar.
Hij kijkt niet, want hij droomt.
2.
Kijk hem.
Straks maakt ze een feest,
Denkt hij. Met gekleurde lichtjes
En verloren brood,
Want het is vroeg donker.
3.
Kijk hem.
In een schuldige winter.
Straks komen de moffen
Met hun zwarte laarzen
En pietje de dood.
4.
Kijk hem.
Hij kijkt naar buiten
Door een wazig raam
Met ogen rood van liefde.
Hij is niet bang.
[ bij foto Paul ]
1. Er op en er over,
Denkt hij.
2. Niet te snel,
Denkt hij.
3. Ik ga eronder door,
Denkt hij.
4. Hij denkt niet
Aan zijn vrouw.
5. Hij denkt dat
Hij mag denken wat hij wil.
6. Hij denkt niet
Aan zijn vrouw.
7. Hij denkt
Het is maar voor even.
8. Straks ga ik er af,
Denkt hij.
9. Ik rij recht naar de hoeren,
Denkt hij.
10. Ik kan dit niet maken,
Denkt hij.
11. Ach laat me toch denken,
Denkt hij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten