Op onze vorige bijeenkomst belichtte ik vier fotografen. Mocht de inhoud van mijn verhaal onder nevels van 'médoc', 'chardonnay' en andere sujets wat vertroebeld zijn kan je het hier nog eens nalezen:
images used without permission of the photographers
hope the photographers see this mention on 'goed gezien' as a tribute more than 'abuse' (anyhow... i surely saw it as an appreciation)
Alec Soth
Alec Soth is Amerikaan, geboren in 1969. Hij werd lid van magnum in 2008.
Z’n werk wordt gekenmerkt door de gevestigde Amerikaanse traditie van on-the-road-photography zoals we die reeds kennen van fotografen zoals Robert Frank en Walker Evans.
Het zijn vooral z’n portretten die me bijzonder aanspreken. Zelfs in stillevens waarin mensen ontbreken zijn deze toch aanwezig. In ‘driving by the Mississipi’, z’n eerste project vroeg Soth, tijdens het trage proces van het opstellen van z’n technische camera, aan de mensen om hun droom te omschrijven. Peter die reeds twintig jaar op een huisboot op de rivier woonde antwoordde: ‘Mijn droom is stromend water’.
De fotografie van Soth speelt met de tegenstelling schoonheid en armoede, anonimiteit en vertrouwdheid maar meer nog met individualiteit en gemeenschap.
Alec citeert graag woorden van Charles Lindbergh als hij het heeft over zijn creatief process:
“Steeds weer val ik in slaap met m’n ogen open. Ik weet dat ik in slaap val maar kan het niet vermijden. Als ik zo in slaap val zijn mijn ogen afgesloten van mijn gewone geest alsof ze dicht zijn maar ze worden rechtstreeks verbonden met een nieuwe geest die op een steeds sterkere manier omgaat met indrukken.”
Soth beschrijft in een fotografisch, poëtische taal het wankele evenwicht tussen harde werkelijkheid en menselijkheid.
Op de vraag hoe Alec Soth als fotograaf z’n onderwerpen vindt en benadert antwoordde hij met een spontane tip. Niet zo lang voor m’n project ‘Sleeping by the Mississipi’ was ik pijnlijk verlegen. Mensen fotograferen werkt echter therapeutisch. Ik startte met het fotograferen van kinderen in een park. Mensen vinden en tegelijk omgaan met m’n eigen gespannenheid mondde niet zelden uit in het bezoeken van een bar. Een tip zou dus kunnen zijn: ‘drink meer!’
‘I fell in love with the process of taking pictures, with wandering around finding things. To me it feels like a kind of performance. The picture is a document of that performance.’
Amy Stein
Amy Stein is een Amerikaanse fotografe en lerares fotografie in New York. Met haar project ‘Domesticated’ won Stein in 2008 op het New York Photo Festival de prijs voor het beste boek.
In haar werk onderzoekt de fotografe hoe de mens steeds meer geïsoleerd lijkt te raken van de natuur, de cultuur en de samenleving.
Het is vooral de schijnbare authenticiteit, de overwogen ensceneringen, het kleurenpalet, het bijzondere karakter van de beelden uit de technische camera van Amy Stein die mij tot verwondering en bewondering brengen.
De foto’s van Stein lijken echt, komen over als beslissende momenten waarin de mens of de menselijke beschaving oog in oog komt te staan met de wilde natuur. Ogenblikken waarin de feiten de verbeelding ontmoeten.
Ondanks de klaarblijkelijke werkelijkheid zijn de beelden geënsceneerd en maakt de fotografe gebruik van modellen, levende of dode of opgezette dieren. De fotografe reconstrueert de waargebeurde anecdotes in een plaatsje Matamoras in Pennsylvania.
“We at once seek connection with the mystery and freedom of the natural world, yet we continually strive to tame the wild around us and compulsively control the wild within our own nature.”
Antoine D’Agata
Antoine D’Agata is geboren in Marseille in 1961 en werd zoals Alec Soth lid van Magnum in 2008. Zij maken dus de jongste garde uit van het vermaarde fotoagentschap.
Agata verbleef een tijd in New York waar hij les volgde bij o.a. Nan Goldin en Larry Clark.
In 1993, bij zijn terugkeer uit Amerika naar Frankrijk, nam hij vier jaar afstand van de fotografie. Hij heeft nu geen vaste verblijfplaats maar werkt over gans de wereld.
Antoine d Agata werkt zonder studio, zonder statief en zonder kunstlicht. Hij is de straatfotograaf pur sang die veelal te voet door de wereld trekt. Niemand zou hem als beroepsfotograaf herkennen tussen de kroegtijgers, hoerenlopers, junkies en dolende zielen die de hoofdrol spelen in zijn werk.
Ik vind z’n beelden zonder meer emotioneel en erg intrigerend. Door een heel eigen belichting of is het een gewilde duisternis, beweging, onscherpte en grofkorreligheid vind ik z’n foto’s erg geladen, mysterieus en beroerend. Eén van de foto’s in het Magnum Magnum boek deed me zelfs aan de waanzin van Francis Bacon denken. Ik vind z’n fotografie gevaarlijk, uitdagend, onbeschaamd en tegelijk avontuurlijk, verleidelijk en uitnodigend. Zachman vind Antoine’s beelden uniek, sensueel, wreed en tegelijk shockerend. Van de fotografen die ik vanavond aan jullie voorstel lijkt hij me de enige met een uitdrukkelijk persoonlijk signatuur. Een fotograaf die durft buiten de lijnen te kleuren. Een man waar je op het net weinig zult over vinden. Een bijzonder getalenteerd kunstenaar.
Patrick Zachman, een collega van Antoine D’Agata bij Magnum was blij de jonge fotograaf te zien toetreden tot het eerbiedwaardige agentschap. ‘Niets is zo saai als een fotograaf te accepteren die een kloon van onszelf is’, zegt hij.
"It's not how a photographer looks at the world that is important. It's their intimate relationship with it."
Een uitspraak die we zeker in elk van z’n foto’s terugvinden.
Juliana Beasley
Jualiana Beasley (geb. 1967) studeerde fotografie in New York en gradueerde in 1990. Haar fotografische carrière begon ze als assistente in studio’s en als printer o.a. voor Annie Leibovitz. Ze verbleef enige tijd in Albanië en maakte er een project over Albanese kindarbeiders. In 1992 begon ze aan een acht jaar durend project over de relatie tussen klanten en dansers in het clubmilieu. Eigenlijk werkte Juliana gewoon als danseres, verdiende geld om rond te komen en maakte een schitterende inside reportage over dit milieu. Terwijl ze leefde als stripper en danseres fotografeerde ze.
Enkele polaroids uit deze periode van haar leven : (die de aandacht tijdens deze bijeenkomst moeten ten goede komen)
In de winter van 1995 zat ik op de koude vloer van een stripclub in Rockland County. Ik deed wat ik iedere nacht deed, mijn geld tellen ergens middenin mijn shift van vier uur ’s avonds tot vier uur ’s morgens. Ik was nodig aan vakantie toe in de zon.
Het leven van een stripper heeft z’n eigen comfortabele en voorspelbare routine. Slapen tot de middag. Ik sleep m’n lichaam uit mijn bed van m’n studio. Een stijf lijf is de herinnering aan een drukke nacht, veel geld, geteld en opgeborgen in steeds nieuwe schuilplaatsen. Gekneusde kniëen en ellebogen zijn bewijzen van m’n nachtelijke bezigheden. Soms wordt ik wakker met een knagend gevoel. Waarom haalde ik vorige nacht m’n gemiddelde niet. Ik berisp mezelf voor een gebrek aan motivatie voor de job of een persoonlijk mankement dat verklaart waarom ik m’n quota niet haalde.
Dansen voelde aan als een emotionele ontlading, sterkend en soms als een creatief verlengstuk van mezelf. Ik stripte vijf dagen per week voor een meestal bewonderend publiek. Soms beeldde ik me in een rockster te zijn: korting in hotels, persoonlijke chauffeur en veel makeup.
J.B: Mijn nieuwe carrière was bij momenten erg absurd en tegelijk vol menselijke narigheid. Ik was geïntrigeerd door het avontuur die veel weg had van een Disney pretpark voor volwassenen en waar mijn vrienden of kennissen niet aanwezig waren. Ik voelde de noodzaak om dit landschap en mijn ervaringen te documenteren.
Gedurende de laatste twee jaar van haar stripperscarrière werkte ze niet langer meer om geld te verdienen maar trok ze van de ene club naar de andere om haar project ‘lapdance’ af te krijgen. In één van de clubs vroeg de manager haar als wederdienst voor het fotograferen te dansen. Juliana moest eerst twintig minuten dansen om dan heel vlug haar fototoestel en flitsbatterij te nemen en haar onder het publiek te begeven. Ze bevestigde de batterij aan haar g-string. Deze hing na een tijdje ergens halverwege zonder dat zijzelf het opmerkte.
Nog meer dan de daarnet getoonde polaroids in het ‘Lapdance’-project was het vooral de serie ‘Rockaway’ die me beroerde. Wel voelde ik aan dat de beelden die Juliana Beasley maakte in dit mensenreservaatje op een boogscheut van New York meer zijn dan een anekdote of een simpele registratie. Deze beelden raken aan de aard van onze mensheid, aan haar kracht maar meer nog aan haar kwetsbaarheid, aan haar schoonheid en haar decadentie.
Ik vond deze foto’s zo indringend omdat ze mij de magie toonden van de alledaagsheid. Omdat de beelden aantonen dat voyeurisme ook met mildheid kan bedreven worden. Ik voelde aan dat de fotografe hier emotie neemt en geeft. Ergens ook voel ik Diane Arbus (een grote inspiratiebron) mee om de hoek kijken.
‘Last Stop: Rockaway’ is een reportage in kleur die het leven documenteert van hen die in dat kleine gebied wonen – een schiereiland aan de landtong van de New-Yorkse wijk Queens. De beelden van Rockaway reflecteren tristesse, chaos, naargeestigheid en wankele hoop. De gefotografeerde mensen zijn verworpen en gestigmatiseerd door de samenleving. Ze leven op een hoopje, verborgen voor de Amerikaanse droom een eind verderop.
In het recentste nummer van VIEW wordt een reportage gewijd aan het werk van Beasley. De schitterende prints te zien op tastbaar papier bewijst nog altijd dat dit het mooiste eerbetoon is voor een goede foto.
Ik sluit graag m’n korte belichting van Juliana Beasley af met een quote:
‘When you sit in a roomful of old, vulgar-speaking, angry men and you watch them break down and cry, telling stories about the dogs they once had in their lives and how they died, you understand the depth of desire to be interconnected.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
5 opmerkingen:
Bedankt, Paul. Zeer mooie bijdrage.
Bedankt, Paul, voor de bijdrage.
Niet dat mijn mening ertoe doet, maar ik geef het toch maar mee: de stripper-foto's van Beasley lijken me vooral belangrijk als document, minder als foto. Rockaway vond ik veel beter - al lijken de personages ook wel een beetje onderhanden genomen door een taxidermist zoals bij Stein. Met d'Agata heb ik moeite, die expressiviteit is op een bepaalde manier te gemakkelijk (en ik hou ook niet zo van Bacon). Soth lijkt mij van het viertal zo op het eerste gezicht de boeiendste.
Maar wanneer kan je eigenlijk iets zeggen over een fotograaf, een kunstenaar, een artiest? Dit zijn natuurlijk niet meer dan eerste indrukken, gebaseerd op een fractie van een fractie van hun werk. Het is een eerste kennismaking en ik ben dankbaar dat ik op deze manier in aanraking ben gekomen met die mensen, die elk op hun manier een bijdrage leveren tot een mooiere en dus betere wereld.
bedankt luc en pascal voor uw vriendelijke waardering...
@pascal: de polaroids van j. beasley zijn ook als document bedoeld (boeiende achtergrondinformatie)
tevens moeten deze snapshots de balans van koele ernst en ondeugende luim op 'goed gezien' ten goede komen
'k moet wel vaststellen dat de fotografe de eerst angstvallig verborgen beelden nu gretig in het rond gooit
door toedoen van de belangstelling van media- en andere leeuwen neemt het 'creatieve' pad soms rare bochten
de portretten die ze nam in rockaway zijn niet over de ganse lijn spontaan te noemen (zelfs heel dikwijls geposeerd, daarom nog niet onder handen genomen door een taxidermist... al begrijp ik wat je bedoelt) doch het engagement, de authenticiteit die dit project uitstraalt kan mij erg overtuigen
antoine d'agata koos ik net omdat zijn fotografie mij iets doet en zijn uitgesproken passie en inleving volledig verschillen van de afstandelijkheid en koelheid van vele hedendaagse fotografen
de bij wijlen 'rauwe' emoties die d'agata in beelden vat lijken filmfragmenten (geen filmstills maar volledige sequenties in één beeld) de expressiviteit van d'agata is m.i. verre van 'gemakkelijk' ik durf het tegendeel te beweren
het zijn 'bewogen' beelden
(jaren geleden, op 'photoblog', merkte ik dezelfde passie in de fotografie van wouter vanvaerenbergh)
inderdaad, dit zijn eerste indrukken, kennismakingen en op basis hiervan voelen we ons aangesproken of net helemaal niet
dit is erg persoonlijk
fotografen selecteren en belichten is een 'persoonlijk' verhaal net zoals fotograferen (hopelijk) iets persoonlijks is
misschien voelen we ons als fotograferende mens aangesproken tot de beeldenmakerij die aanleunt bij wat we zelf pogen te bedrijven
ik weet het niet zo goed
het blijft gissen wat ons in deze of andere richting drijft
een bijdrage die reacties losmaakt,
bedankt gasten
Zeer boeiend maar misschien wat te veel interessant materiaal in één keer prijsgegeven ?
Het is enorm als je niet thuis bent in die wereld.
Ik ga er zeker nog over opzoeken. Soth had ook mij het meest 'gepakt'.
wat veel op één avond inderdaad sarah
in het besef echter dat ons lijstje 'over de muur' vlug zal groeien wou ik echter meteen de zaken wat bijbenen
Een reactie posten