Toen ik tien jaar was kocht ik gedurende zekere tijd elke week een Prisma junioresboekje met mijn zakgeld. Het was een spannende aangelegenheid want het gebeurde in een boekenwinkel – de enige boekenwinkel van het dorp – waarvan het uitstalraam met zijn wufte romannetjes en concentratiekampboeken me een beetje opgewonden en een beetje ziek maakte. De hondsbrutale uitbater schopte zijn hond en schold zijn vrouw uit. Ook slaagde hij er telkens in me een gevoel van schaamte over mijn aankoop te bezorgen. Er werd over hem verteld dat hij twee broers verloor in de tweede wereldoorlog en daardoor gestoord was maar mijn vader die ook twee broers verloor in die oorlog zei dat het karakterieel was.
Ellen op ballet, De kinderen van Groenowa, De wonderbare draaimolen, HenriĆ«tta’s droomhuis, Bandieten in het motel …
Het allermooiste was beslist : De club van avontuur.
Een groot rommelig huis, vier grappige avontuurlijke kinderen, zeer afwezige ouders : de basisingrediĆ«nten voor een goed jeugdboek waren alvast aanwezig. Mijn zussen, mijn broer en ik, wij hadden ook een groot rommelig huis en zeer afwezige ouders maar noch ik noch mijn broer noch mijn zussen waren zo talentrijk, zo grappig en zo avontuurlijk als Trixie, Peggy, Lucy en Sammy. (Ik herinner me hun namen niet meer.) En De Panne was niet Londen – ook al hadden we de zee en de duinen.
Op een regenachtige woensdagnamiddag beslissen die kinderen eensgezind, terwijl ze zich voor het knappende haardvuur liggen te vervelen, om elke week hun zakgeld samen te leggen. Zo zal elk van hen de kans krijgen een droom te realiseren, een droomuitstap te maken, een avontuur te beleven.
Het begint met de jongste en dat beviel me wel, ook al leek het me ondenkbaar dat mijn broer en zussen ooit deze natuurlijke rangorde zouden respecteren.
Sammy dus trekt naar de dierentuin waar hij een circusartiest ontmoet bij de zeehondenvijver. Een week later gaat de artistieke Lucy naar een museum waar zij aan de klap en bevriend geraakt met een tekenaar – de weg naar de tekenschool ligt open. (Elk uitstapje reikt verder dan het geplande bezoekje.) Waar Peggy op haar woensdagnamiddag belandt weet ik niet meer, maar Trixie gaat vastberaden naar de kapper. Zij wil haar lange krullen, haar mooi weerbarstig haar laten knippen en bij haar thuiskomst zullen de ouders heel even opgeschrikt worden uit hun afwezigheid.
Ze wordt daar bediend en verzorgd als de zestienjarige koningin die ze is. Parfum, manicure en een snitbeurt … Ben je het wel zeker liefje vraagt de kapper en het kappershulpje staat er bij te snikken. Dan vertelt de kapper het verhaal van de twee geliefden, het verhaal van Miranda en Jeffrey.
Toen Miranda zestien was – zoals jij schatje – liep ze weg van haar aristocratische thuis om haar jeugd- en grote liefde, de muzikant Jeffrey te volgen. Ze belandden in Londen waar ze een kamertje huurden. Jeffrey werkte voor een hongerloon op de scheepswerven en ’s avonds waren zijn handen te geschaafd en te stram om nog muziek te spelen. Kerstmis naderde en ze hadden niets om aan elkaar te schenken. Het leven was hard en de winter was koud. Nauwelijks kolen of eten hadden ze.
Op de dag van Kerstavond kreeg Miranda een idee – ze aarzelde even want het was een stuk van haarzelf dat ze prijs zou geven. Toen ging ze naar de pruikenwinkel en verkocht haar mooie haar waar ze zo fier op was. Met het geld kocht ze een horlogeketting en een zakje kolen.
Op de dag van Kerstavond kreeg Jeffrey een idee – hij aarzelde even want het was een stuk van zijn zoete kindertijd dus van hemzelf dat hij prijs zou geven. Toen trok hij naar de juwelier en verkocht zijn zakhorloge dat hij ooit kreeg van zijn grootvader die een vader was. Hij droeg het nooit want het had geen ketting. Met het geld kocht hij een gouden haarspeld en een lamsboutje.
Op Kerstavond waren zij de allergelukkigste mensen op aarde.
2 opmerkingen:
Mooi kerstverhaal, Sarah, zijn tijd ver vooruit! Merci.
waarom lees ik dit pas nu, dagen na kerstdag... zou ik het dan nog mooier gevonden hebben ... ik krijg er de krop van in de keel... toch nog niet helemaal genezen van dat kerstgedoe... 'k moet er overigens aan denken dat ik eeuwen geleden, jong gastje, thuis in oudenburg, op m'n kamer 'christmas in aspen' van john denver oplegde, het licht uitdeed en dan naar al die lichtjes tuurde die het oude grammofoonmeubel op het plafond toverde... 'k had toen al nood aan zo'n kerstverhaal...
Een reactie posten