1.
Roger Cremers toont ons in zijn foto’s mensen in het voormalige concentratiekamp Auswitz. Hij toont ons niét Auswitz. We zien van de ‘site’ enkel fragmenten van de bakstenen gebouwen en de ramen met tralies, de ruimte tussen de gebouwen en de omheiningen. Hij toont ons niet de gruwel van het nazisme of wat daar nog van rest – de gaskamers, de folterkamers, de slaapbarakken, de schijtbakken -. Dat is me dunkt ook niet meer zichtbaar te maken, het is al zo vaak getoond en opnieuw getoond en tegen de filmarchieven kan je als fotograaf toch niet op - voor misdaden moeten we vandaag naar andere plaatsen -. Hij wijst ons aan de hand van gedragsobservaties echter op een nevenaspect, m.n. het holocausttoerisme.
Cremers kreeg in het kader van World Press Photo de eerste prijs in de categorie ‘Arts and Entertaiment’, stories.
Het zou oneerlijk zijn tegenover de fotograaf om een beschouwing te maken over één foto uit een serie. Hij heeft tenslotte een documentaire gemaakt waarin precies uit de opeenvolging van foto’s moet blijken wat hij ons wil tonen, m.n. de ironie van het concentratiekamptoerisme.
Als deze serie mij aanspreekt dan is het omwille van het feit dat de fotograaf wijst op de banaliteit en het surrealisme van de bezoeken aan voormalige concentratiekampen.
De homo tourismus – of is het touristicus - gaat van de Aja Sofia naar de pyramiden in Egypte en pikt tussendoor nog Auswitz en Birkenau mee. Op zijn programma voor de volgende jaren staat nog Chernobil en de overblijfselen van de Aztekencultuur.
De serie foto’s wekt ongemak bij me op, een soort plaatsvervangende schaamte – de bezoekers gedragen zich als het ware niet waardig genoeg -, ware het niet dat ik weet dat veel mensen er aanwezig zijn met een gevoel van respect voor de slachtoffers en van afschuw voor de beulen. Toch kan er sprake zijn van een vervreemding van de essentie van hun aanwezigheid.
Door de wijze waarop hij de taferelen in beeld brengt, meerbepaald door het gebruik van beeldassociaties en beeldrijmen, krijgen sommige beelden gek genoeg een humoristische, dan wel cynische ondertoon wat ze nog wranger maken.
Op de meeste foto’s is te zien hoe de mensen hun gang gaan, ongeacht waar ze zich bevinden. Ze telefoneren, voeden hun babies en fotograferen. Ze wachten verveeld op de anderen want ze hebben het gezien en dat duurt lang. Bij sommigen slaat de vermoeidheid toe na ’n avondje stappen. Ze doen alles wat je daarbuiten ook kan doen en we kunnen ons de foto’s voorstellen die Roger Cremers niet heeft gemaakt.
Er zijn veel foto’s van fotograferende mensen. Dit roept vragen op. Wat fotograferen ze? Wat kan je in gewezen concentratiekampen fotograferen? Sommige fotografen gaan blijkbaar heel dicht op hun onderwerp, wat doet vermoeden dat ze het detail willen vastleggen, het detail in een omgeving waar zich zo’n omvattend onbegrijpelijk drama heeft afgespeeld, wat ons vragen doet stellen over de zinvolheid van deze activiteit. ’n Enkele fotograaf gaat er zowaar bij liggen. Hoe belangrijk is een foto waarvoor men gaat liggen? Of nog : hoe belangrijk is een onderwerp dat men er bij gaat liggen? Iemand fotografeert een groep die met graagte poseert met een Italiaanse vlag. Een klasje humaniorameisjes wil ook op de foto en de geplogenheden willen dat er moet gelachen worden. De aanwezigheid op die plek wordt belangrijker dan de plek zelf en dan staat de plek voor wat er zich heeft afgespeeld.
Het fotograferen als elementaire act en belangrijk moment bij het bezoek aan een bezienswaardigheid. Als aandenken aan hun bezoek aan een Andenken aan de holocaust. De foto’s van Roger Cremers zijn dan meteen ook te beschouwen als een confronterende vraagstelling over het fotograferen zélf en dus ook over de fotografie.
Is het eerlijk om die momenten vast te leggen waaruit blijkt dat de mensheid zonder het beseffen een soort van ongewilde apathie tentoonspreidt?
Nochtans, hij heeft niet meer of niet minder gedaan dan de mensen fotograferen zoals ze zich daar gedroegen. Het zijn observaties van alledaags gedrag. Ik kan me anderzijds ook niet van de indruk ontdoen dat, eenmaal je een idee hebt gevormd van wat je als fotograaf wil laten zien, je alles in het werk stelt om datgene te tonen dat je idee moet bevestigen.
De foto van de twee mannen in trainingpak dan, met een grappige toon omdat ze erg op elkaar gelijken – kledij, houding; ze fotograferen zowaar nog hetzefde ook -. Het zijn waarschijnlijk leden van een wandelclub en het lijkt alsof ze er en-passant zijn binnengewandeld. De combinatie van de elementen resulteren in een zeer vervreemdend, ironisch beeld m.n. het wandelen als vrijetijdsbesteding, het fotograferen en de plek waar het gebeurt.
Roger Cremers heeft wat mij betreft zijn prijs verdiend met een serie die geen spectakulaire beelden bevat, maar de beschouwer toch bij de kraag vat. De beelden zijn met zorg gekadreerd en het kader is sober ingevuld. Ze vormen een samenhangend geheel. Hij heeft zijn prijs verdiend omdat hij een verhaal vertelt waarin we meerdere lagen ontwaren die stuk voor stuk zeer essentiële vragen oproepen: wat is essentiëel (on)menselijk? Wat doen we met onze geschiedenis? Kan de journalistieke fotografie een belangrijke rol spelen? Wat mij betreft is hij erin geslaagd om op een zeer eenvoudige wijze de mensheid - in zijn menselijkheid, met zijn onvermogen – ‘ te kakken te zetten ‘.
2.
Geen gummi van hardloopschoenen
naar een foto van Roger Cremer
Polen, Auschwitz, 3 mei 2008
Kaders gevuld met strengheid.
‘Ordnung muß sein!’
Zelfs bomen durven niet plooien naar de wind.
Kaarsrecht… streng rechtop.
Als zelfs de natuur z’n gang niet durft te gaan?
Perspectieflijnen van bangelijke kazernes verdwijnen in ‘een angstaanjagend niets’.
Ik las ergens dat op open terreinen vuren werden gestookt van massa’s lichamen.
Ovens hielden de ‘Entlösung’ niet langer bij.
Van ver was tijdens koude zwarte nachten een warme gloed te zien.
In greppels liep vet voor zeep.
Ik zie rood van oranje toeristen schril afsteken met groen van uniformen en gras en bomen
die zich verlegen tonen na jaren van niet te vatten gruwel en dode aarde.
Verticalen van vensters, bomen en populieren fotografen.
Horizonten van muren, paden en greppels.
Ik hoor harde zolen over grind.
‘Befehl ist befehl!’
Geen zachte zolen op gemalen baksteen. Geen gummi van hardloopschoenen.
Petten moeten recht. Fototasriemen over gelijke schouders.
Camera’s synchroon voor het rechteroog.
Decennia te laat maar niet minder voyeuristisch.
Hier heerst ‘de respectvolle stilte’ van digitaal geklik
en duizend beelden van duizend geesten.
Ze moesten het weten.
Telefoons rinkelen in burelen.
Vernietiging in keldergaten.
‘Wir haben es nicht gewuβt.’
Plopsaland in Polen.
Toerisme van grijze nevels en zwarte dood.
La vita e bella!
Een kleurrijk worldpress-‘negatief’.
3.
Zijn het Italianen ? Ze dragen een trainingspak met de Italiaanse kleuren en allebei een pet. Ze staan in dezelfde houding en ze dragen hun fototoestel op dezelfde manier en ze fotograferen hetzelfde. Het lijkt wel een kazerne. Iets lelijks in elk geval. Waarom fotograferen ze dit lelijke gebouw ? Ze hebben geen sexe meer en ze zijn uniform door dat pak, die pet, die houding. Iemand vond het de moeite waard om hen zo vast te leggen maar ik sta er niet bij stil. Het zegt me niets, behalve dan dat sommigen sexloze bejaarden worden en dat ik niet zo wil eindigen. Ik wil nooit hetzelfde trainingspak dragen als mijn man en troosteloze gebouwen fotograferen. Ook de bomen zijn lelijk.
Oooo het is Auschwitz ! Iemand zegt dat het Auschwitz is en nu komt er nogal wat volk bij kijken. De mensen die hier in rook opgingen en zij die die gebouwen optrokken maar ik wist dat helemaal niet. Mogen zij dat rood zomaar dragen ? Nu is het niet alleen lelijk maar ook nog ongepast. Rood is hier ongepast en uniformen zijn hier ongepast.
Misschien is Auschwitz niet zo erg als je dan toch maar zo moet leven.
4.
Mijn eerste gedachte was, wie ben ik om een commentaar te geven op een foto die bekroond is door de WPP…. Maar vooruit, een poging, ik laat zonder omlijnde controle mijn gedachten spreken: is dit wel een Persfoto…? In welke categorie dan wel, toerisme, nieuws ? Nee, in “Arts & Entertainment” blijkt later. Direct daarop ook, alhoewel goed geschoten, niet zo heel erg knap eigenlijk, iedere serieuze fotograaf weet op een plaats als deze met de dagelijks doorlopende stroom bezoekers annex toeristen als het goed is zijn geduld te bewaren, zijn ogen te gebruiken en in enkele dagen een redelijk volwaardige serie te maken, de plaats leent zich toch bij uitstek voor een idee/concept. Zit het perfectie van de bekroonde foto dan in het eenvoudige: het concept. Wat wil de fotograaf met deze foto/serie ( het beeld staat niet op zich, ik heb inmiddels de rest bekeken ) zeggen: het populaire voyeurisme zoals zo vaak bij rampen of ongelukken? Ik geloof het niet. De bezoeker hier gaat bewust en ingetogen naar een plek als deze maar wel uitgedost als toerist, hij is tenslotte op vakantie of een dagje weg en is plotseling een opvallende verschijning binnen het buitengewone decor. Ik denk niet dat de fotograaf een aanklacht maakt tegen dit moderne toerisme maar met deze vergelijking vraagt om (meer) respect. Dàt moet het zijn wat de jury bekoort.De foto’s die me meer aan het denken ( ja, helaas komisch ) zetten in de serie waren die van de volgepakte bus, in Auswitch toch een andere betekenis dan b.v. in Tokyo, met daarnaast de plaat van de twee wachtende Joodse heren, waarvan er eentje ongeduldig op zijn horloge schijnt te denken, waar blijft die bus….Tjonge, dat deed me meer.
De gedachte: is dit een foto met nieuwsgehalte, voor de Pers, blijft. Persfotografie is in mijn gedachte het registreren van een moment, hèt moment van hèt nieuws, iets dat niet er morgen weer is en overmorgen nogmaals. “Arts & Entertainment“, kunst? entertainment? Het mag van mij een serie/foto zijn die zeker met een hoge prijs wordt bekroond, maar bij de WPP… ik weet het niet zo.
5.
Meestal is het een bron van hilariteit: gelijkgeklede heren,dames,echtparen.Zelf heb ik er ook getracht in pixels in te blikken.Maar obstinaat
bleven de klerenklonen meters van elkaar lopen.Slechte foto's.
Toen ik de foto voor het eerst bekeek,dacht ik: Hem is het wel gelukt!Een beetje jaloers.Maar toen de locatie tot mij doordrong,bleek het plaatje een hele lading te dekken.
Felrode trainingspakken i.p.v. het feldgrau van uniformen.Fototoestellen,als wapens schietensklaar.Een schier eindeloos perspectief,waartussen mensen zonder perspectief op leven, wachtten op hun eigen verdwijnpunt.
De kleuren saai en vergrijsd, geen sprankel zon op de slibkleurige bodem.De twee figuren staan in hun verschillende grootte als een contraperspectief tegenover de overduidelijke renaissancevluchtlijnen.Toch eenzelfde houding.Zelfde gedachten?
Zo blijven die twee onschuldige stoethaspels een persiflage, een bittere echo uit het verleden.
Een witz zonder vreugde uit Auschwitz.
6.
De Auschwitztoerisme-foto waarmee Roger Cremers in de categorie ‘Arts and Entertainment’ een eerste prijs won in de jaarlijkse World Press Photo-wedstrijd jaagt mij op de kast.
In esthetisch opzicht is het beslist geen hoogvlieger. Een perspectief, het groen en het rood: heel veel valt er niet over te zeggen. Enkel de vreemde scheve richting waarin die twee staan te fotograferen lijkt iet of wat interessant.
Omwille van de ‘Arts’ kan deze foto het in de genoemde categorie niet halen, denk ik dan. Het trefwoord ‘Entertainment’ zal dan wel op de rode trainingspakken slaan zeker – ik mag hopen dat het niet de bedoeling is een bepaalde vorm van grappigheid te honoreren. Dat zou pas kwalijk zijn, we zouden ons dan helemaal in het La Vita è bella-register bevinden.
Bovendien blijkt uit niets uit de foto zelf dat we hier in het voormalige uitroeiingskamp van Auschwitz staan – of je zou de gebouwen moeten herkennen van andere foto’s of omdat je er zelf al eens bent geweest. Het is het onderschrift – ‘Poland, Auschwitz, 3 may 2008’ – dat duidelijkheid verschaft.
De foto kan eventueel een discussie uitlokken over de geschikte kledij om dit soort oorden te bezoeken. Maar hij zegt méér, vind ik. Hij toont ons, omdat die twee aan het fotograferen zijn, de onmogelijkheid om de ultieme gruwel in beeld te brengen. Je moet daar van áf blijven.
Als ik Roger Cremers’ hele reeks bekijk, ‘Auschwitz Toerisme’, wordt het me al helemaal wee te moede. Een gidse met opgestoken paraplu, een telefonerende chassidische Jood, een jongen die kop in kas met een fles water op een steen zit, een propvolle aankomende bus (die natuurlijk aan de veewagens refereert met behulp waarvan hier vroeger het transport werd verzekerd)… - en dat allemaal in hetzelfde decor. Ik snap wel wat Cremers wil zeggen, natuurlijk snap ik dat, maar mijn vraag is: is dit wel geoorloofd? Kun je dit máken, uitgerekend hier? En waarom, in godsnaam, wordt deze reeks, die nergens een méér dan inhoudelijke kwaliteit uitstraalt, bekroond?
Bij de fotograferende mensen die Cremers in beeld brengt, wordt het pas helemaal pijnlijk. Geen toeval dat uitgerekend zo’n foto door de World Press Photo-jury uit de reeks wordt geplukt. Wie mensen fotografeert die in Auschwitz staan te fotograferen, stelt natuurlijk zichzelf ter discussie.
Misschien vind ik die foto met die twee rode mensen dan toch goed?
7.
"Ja, hallo? Wat wilt u van ons?
We maken wel vaker uitstappen met de club, ja.
Het is een hobby hé, een verantwoorde sport, zeg maar.
Heel erg interessant wat we zo al allemaal hebben gezien hoor!
Leuke foto's zullen dít natuurlijk niet worden hé... Gelukkig is het wel netjes.
We zijn ook wel benieuwd naar wat de anderen ervan gaan maken;
het is een beetje een wedstrijd hé; originaliteit, techniek, ... dat soort dingen
weetjewel?
Binnenkort is er dan foto-avond in de club met alles d' erop en d' eraan.
Bijna altijd de moeite, jazeker!
Maar nu moeten we verder want we hebben maar een uurtje.
Daag."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
lezen en luisteren spreken een verschillende vorm van concentratie en begrip aan
luisteren vind ik moeilijker, soms begrijp je iets niet en blijf je even hangen, het verhaal gaat verder en zo ben je nog meer kwijt...
bedankt om zowel de quotes als de teksten hier op een rijtje te zetten pascal!
Een reactie posten